Vandaag komt het goede nieuws uit Ierland. Daar heeft Digital Rights Ireland een klacht bij het Hooggerechtshof ingediend tegen de Europese richtlijn over gegevensbewaring. Die klacht werd nu door de rechters ontvankelijk verklaard. Bovendien zal DRI niet voor de kosten moeten opdraaien, in het geval ze de rechtzaak zou verliezen (een dreigement waarmee de Ierse regering de zaak probeerde te stoppen). Ten derde wordt de zaak doorverwezen naar het Europees Hof van Justitie. Dat laatste is belangrijk, omdat die gegevensbewaring op Europees niveau opgelegd wordt en dat het dus essentieel is om dit ook op dat niveau aan te vechten. Dat Hof zal zich dus (eindelijk!) moeten buigen over de verenigbaarheid van de Europese richtlijn over gegevensbewaring met onze fundamentele rechten en vrijheden, zoals het recht op privacy.
Even herinneren: de Europese richtlijn over gegevensbewaring verplicht telecombedrijven om het bel- en internetgedrag van alle Europeanen permanent te monitoren en een jaar lang te bewaren.
In Duitsland, Roemenië en Bulgarije is de bewaarplicht al ongrondwettig verklaard. De Duitse rechters omschreven de bewaarplicht zelfs als “een bijzonder zware inbreuk op het communicatiegeheim van een omvang, die de rechtsorde tot nu toe niet kent”. Met de uitspraak kan Digital Rights Ireland nog een stap verder gaan. Als het Europese Hof van Justitie in Luxemburg de richtlijn strijdig met onze grondrechten zou verklaren, dan worden alle Europeanen in een klap verlost van dit gedrocht van een richtlijn. Zover zijn we nog niet, maar op deze manier wordt de druk op de controversiële bewaarplicht in ieder geval verder opgevoerd.