Met Color, een nieuwe app voor de iPhone, kun je foto’s delen met iedereen die in de buurt staat. Als je een foto in Color oplaadt, wordt die op slag zichtbaar voor alle andere Colorgebruikers in je onmiddellijke omgeving – binnen hetzelfde gebouw of binnen een straal van enkele tientallen meters.
Waarom zou iemand zoiets ooit willen gebruiken? Dat is de eerste vraag die in mijn hoofd opkwam toen ik die beschrijving las. En dan de tweede vraag: welke gek zou in zo’n absurd idee geld investeren? Nochtans kreeg Color Labs moeiteloos 41 miljoen dollar financiering van enkele van de meest prestigieuze geldschieters in Silicon Valley. Waardoor Color bedolven werd onder media-aandacht die het verder absoluut niet verdient.
Als je het vanuit een ietwat andere hoek bekijkt, snap je het wat beter. Color mag dan onzinnig zijn, het combineert wel een krankzinnig hoog aantal hippe ‘buzzwords’ in één zin. Het is immers een iPhone app, het levert een dienst in the cloud, bovendien is het een sociale toepassing waarbij je foto’s deelt en de toepassing maakt ook nog eens gebruik van je geografische locatie. Op die manier bekeken, zijn de uitvinders briljant.
Ik vermoed dat Color snel en roemloos zal ten onder gaan, omdat niemand dit ding wil. Ofwel omdat bepaalde minderheden op het web juist te veel interesse zouden tonen. En jawel, dan heb ik het over de exhibitionisten. Toen blote mannen vorig jaar Chatroulette ontdekten, was dat internetfenomeen op slag ten dode opgeschreven. Maar wat als Color wél doorbreekt? Wat als miljoenen mensen dit gaan gebruiken? Dat is pas iets om koude rillingen van te krijgen. Je zult je nergens meer in een publieke locatie kunnen begeven zonder het risico te lopen dat daar een foto van wordt gemaakt en in Color opgeslagen. Color laat namelijk toe om terug te spoelen in de tijd. Iedereen – ook, maar niet alleen de politie – zal dus steeds precies weten wie er op de Groenplaats rondliep op 6 maart om 10 uur. Er hoeft geen veiligheidscamera meer te komen. En de technologie om je gezicht automatisch aan je naam te koppelen, heeft Google ondertussen klaar staan.
Nogmaals: Color is zo slecht bedacht dat dit probleem zichzelf wel oplost. Maar misschien komt iemand straks met een beter – maar even heimelijk – idee dat onze laatste restje privacy nog efficiënter onderuit haalt in naam van alweer een onmisbare ‘sociale’ toepassing. Dit bewijst, nog maar eens, dat privacy in 2011 absoluut geen verouderd begrip is. Integendeel: we hebben dringend een gemoderniseerde, strengere en internationale wetgeving nodig om dit soort verschijnselen snel en kordaat in te dijken. Gelukkig begint dat besef te groeien, aan beide zijden van de oceaan.
Dominique Deckmyn
De Standaard online, woensdag 06 april 2011, 05u00