Deze bijdrage verscheen oorspronkelijk bij Sargasso.nl. Ze is van de pen van Matthijs Pontier die in stadsdeel Amsterdam-West woont. Daar werden in oktober 2010 drie bewakingscamera’s opgehangen. 130.000 euro verder en een jaar later maakt het stadsdeel de balans op. Het vergroten van het gevoel van veiligheid mag blijkbaar wat kosten, concludeert Matthijs Pontier.
Dure veiligheidsgevoelens
In stadsdeel Amsterdam West zijn in oktober 2010 drie camera’s opgehangen. De burgemeester heeft toestemming gegeven voor dit cameraproject tot 31 december 2011. Op basis van dit evaluatierapportmoet het stadsdeel nu bepalen of dit project moet worden doorgezet, en of er wijzigingen in de aanpak nodig zijn.
In de maanden maart tot en met juli 2011 zijn in totaal 99 incidenten geregistreerd door de toezichthouders in de centrale. 80 van de 99 incidenten hadden betrekking op parkeeroverlast. Er is slechts één geval van criminaliteit waargenomen: een auto-inbraak. Er is dus geen geweld waargenomen. De beelden zijn nooit bruikbaar gebleken voor het ondernemen van directe actie, of het gebruik in een strafzaak. De camera’s zijn dus niet nuttig gebleken als aanleiding om in te grijpen, of als repressief middel om daders aan te pakken; laat staan noodzakelijk.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat cameratoezicht alleen een preventief effect hebben op calculerende daders. Uit de evaluatie blijkt dat het aantal geregistreerde incidenten in de straten met camera’s steeg, terwijl in de straten zonder camera’s het aantal incidenten juist daalde. Als preventief middel zijn de camera’s dus verre van noodzakelijk gebleken.
Desondanks wordt geconcludeerd dat de hoofddoelstellingen (het verbeteren van de objectieve veiligheidsindex, en het verminderen van slachtofferschap en onveiligheidsgevoel) wel zijn behaald. De verbeteringen hadden zich echter al voor de start van het cameraproject ingezet en zijn ook te zien in de rest van het stadsdeel. Bovendien heeft de veiligheidsindex ook betrekking op het gebied waar helemaal geen camera’s zijn geplaatst. ,,Gezien het grote aantal andere maatregelen dat is getroffen in het gebied en gezien de dagelijkse praktijk achter de schermen, is het zeer onwaarschijnlijk dat de camera’s een verschil hebben gemaakt”, concludeert het rapport.
Vanaf het begin heeft het cameraproject veel technische problemen gekend, vooral met de draadloze verbindingen. Het heeft na het ophangen van de camera’s maar liefst zeven maanden geduurd voordat de beelden bekeken konden worden in de toezichtcentrale. De technische problemen zijn nog steeds niet opgelost. De camera’s vallen regelmatig uit. Verder blijkt dat het draadloze systeem lastig te verplaatsen is. De verplaatsing van een camera naar een andere straat kostte € 10.000,- en nam twee maanden in beslag.
De teller van de kosten van de drie camera’s staat inmiddels op € 130.000. Dit is nog exclusief de personeelskosten van het stadsdeel (projectleiding, evaluatie en begeleiding van de toezichthouders en de politie (dagelijks toezicht, opsporing achteraf). Als besloten wordt door te gaan met dit project, zullen deze kosten waarschijnlijk nog flink oplopen. In het rapport wordt opgeroepen te investeren in een betere techniek, en een betere samenwerking tussen betrokken partijen.
De belangrijkste aanbeveling van het rapport is echter om grondig te evalueren of het cameraproject wel nuttig en nodig is. Gezien het feit dat uit de evaluatie nou niet bepaald veel nut of noodzaak van het cameraproject blijkt, lijkt het me dat hier een volmondig ‘nee’ uitkomt. De kosten van € 130.000,- plus personeelskosten van het stadsdeel en politie voor een luttele drie camera’s zonder nut of noodzaak lijken me ook niet proportioneel. En dan heb ik het nog niet eens over de kosten in termen van privacy. Het ligt dus voor de hand om het cameraproject stop te zetten.