Dominique Deckmyn in De Standaard over de nieuwe Europese cookiewet, die in zijn ogen “duizelingwekkend idioot” is.
Je zou denken dat absoluut niemand belang heeft bij een dergelijke wet. Maar eigenlijk is er wél een winnaar. En dat zijn de grote internetbedrijven die liever hebben dat er in Europa geen strengere regeling komt rond privacy. Europa bespreekt momenteel een ingrijpende en bijzonder belangrijke nieuwe verordening rond persoonsgegevens in het digitale tijdperk. Daarin worden een aantal verregaande principes neergezet. Waaronder het ‘recht om te worden vergeten’, het principe dat wij steeds mogen vragen om gegevens over ons te laten uitwissen. Tegen de nieuwe privacywetgeving wordt duchtig gelobbyd. Domme, zinloze regeltjes zoals de cookiewet maken dat veel makkelijker. Ze sturen het signaal dat privacywetgeving vooral hinderlijk is. Dat je als internetgebruiker eigenlijk moet kiezen: privacy of gebruiksgemak. Dat is totaal de verkeerde boodschap.
Lees de volledige column op de website van De Standaard. Het is alleen jammer dat de journalist, overigens net als de cookiewet, geen onderscheid maakt. Er is nu eenmaal een verschil tussen cookies die bijvoorbeeld voor het opbouwen van statistieken gebruikt worden en tracking cookies die helpen om van elke gebruiker een profiel op te stellen, met louter commerciële bedoelingen. Dat laatste vormt wel degelijk een inbreuk op de privacy, zeker als die gegevens nog eens doorgespeeld worden aan derden. Het blijft, dachten wij, toch nog altijd een recht om op het internet rond te hangen zonder voortdurend gevolgd te worden. Daar moeten we ook terug naartoe. In die zin is de cookiewet inderdaad een fout signaal. Het had eigenlijk een volledig verbod moeten zijn op alle tracking mechanismen en dat is het niet geworden. Jammer genoeg.