Het fel gecontesteerde ACTA-verdrag heeft de finale doodsteek gekregen. Dat kan raar in de oren klinken, want had het Europees Parlement niet reeds in juli ACTA met een overweldigende meerderheid weggestemd? Nadat er in heel Europa op grote schaal geprotesteerd was door verontruste en verontwaardigde burgers? Dat klopt, maar nog voor die stemming had de Handelscommissie van de EU het verdrag naar het Europees Hof van Justitie gestuurd. Officieel voor een legale toets, met de vraag naar de wettelijkheid van het Verdrag. Volgens critici was dat niets meer dan een doorzichtig afleidingsmaneuver om uitstel van stemming te verkrijgen. Een vraag die bovendien na de negatieve uitkomst van de stemming totaal overbodig geworden was.
Niet voor Eurocommissaris Karel De Gucht. Na de stemming in het Europees Parlement had De Gucht laten weten dat de legale toets toch doorgang zou vinden. Meer nog, tot verbijstering van velen had hij verkondigd dat hij in geval van een positief advies van het Europees Hof van Justitie toch verder wilde gaan met ACTA en bereid was om het verdrag desnoods tegen de wil van het Parlement in te forceren. Een démarche die tot felle kritiek leidde, maar nu dus definitief van de baan is. De Europese Commissie heeft beslist om af te zien van de vraag naar toetsing. Wat Europa betreft, is ACTA daarmee definitief dood en begraven.
Dat betekent overigens niet dat alle gevaar geweken is. Na ACTA onderhandelen de EU en haar lidstaten over andere verdragen die evenzeer een bedreiging voor onze fundamentele vrijheden kunnen inhouden. Er is het CETA verdrag tussen Canada en de EU, er staan verdragen op stapel met India, Thailand, enzoverder. Het verhaal van ACTA lijkt zich daar te herhalen, zowel wat betreft de repressieve inhoud als wat betreft de weinig democratische manier waarop ze tot stand komen. ACTA mag dan al dood zijn, waakzaamheid blijft geboden.