Dominique Deckmyn sprak voor De Standaard met Andrew Keen, cultuur- en internetcriticus en auteur van onder meer Digital Vertigo. Daarin waarschuwt hij voor een wereld waarin iedereen altijd weet wat anderen doen, wat ze kijken, lezen en denken en wil hij mensen herinneren aan de waarde van geheimen en van mysterie. Voor Keen zijn dat noodzakelijke voorwaarden om als autonoom mens aan de maatschappij te kunnen participeren. We plukte een paar citaten uit het gesprek.
Iedereen zit nu op Facebook, jong en oud. Het cliché luidt dat onze jongeren daar totaal ongegeneerd hun hele privéleven te grabbel gooien. “Ik heb juist de indruk dat jongeren het allemaal een beetje beter begrijpen dan wij”, zegt Keen. “Ze leren om beter te liegen, om daar creatiever in te zijn. Ze kunnen zichzelf beter uitvinden en heruitvinden.” En dat is eigenlijk het geheim om een beetje privacy te behouden in het digitale tijdperk, vindt Keen: liegen. “Op een creatieve manier. Dat is de grote uitdaging voor de komende generaties. In het boek 1984 is Winston Smith de laatste man die nog kan liegen. Ik lieg vaak. Op Facebook zit ik niet. Maar op Twitter lieg ik voortdurend. En daar beleef ik plezier aan.”
Eindigen doet Keen met een hoopvolle noot.
“Ik denk dat er netwerken zullen opkomen die privacy centraal stellen. Het is een fout van veel mensen in Silicon Valley dat ze privacy zien als een overblijfsel uit een ander tijdperk. Dat anderen sommige dingen niét over ons weten, geeft ons onze waardigheid en maakt ons interessant en verrassend. En het zorgt ervoor dat we een betekenisvol leven kunnen hebben.”