Dinsdag heeft de Kamercommissie Infrastructuur de dataretentierichtlijn van de Europese Unie uit 2006 goedgekeurd. Daardoor worden nu ook in België internetproviders verplicht om alle gegevens over waar, wanneer en met wie u belt, sms-t, mailt en naar welke websites u surft gedurende 12 maanden bij te houden.
De goedkeuring betekent in ieder geval nog maar eens een zwarte dag voor onze privacy. Groen-fractieleider Stefaan Van Hecke:
“Dit wetsontwerp bedreigt de privacy van alle internetgebruikers. Vergeet niet dat ook de plaats waar de verzender zich bevindt wordt opgeslagen. Aangezien veel mensen hun smartphone altijd bij zich hebben kan men dus de facto de trajecten bewaren die de mensen in het jongste jaar aflegden.”
Het is alleszins lichtjes verbijsterend dat de goedkeuring er nu – met de hete adem van een Europese boete in de nek – op een drafje doorgejaagd werd, nadat er jarenlang getalmd werd. Het haast- en spoedwerk betekent in ieder geval dat er van een inhoudelijk debat nauwelijks of geen sprake was. Het leek op de duur enkel nog te draaien om de vraag of internetproviders financiële compensatie zouden krijgen voor het opslaan van die massa aan gegevens. Een vraag die door minister Johan Van de Lanotte overigens afgedaan werd met de opmerking dat “veel van deze gegevens nu al voor marketingdoeleinden worden bijgehouden en de opslagruimtes slechts een heel klein deel van hun kosten vertegenwoordigen”. Het zegt veel over de bezorgdheid van ministers voor onze privacy. We worden toch al in ons blootje gezet door de marketeers en de bedrijven, dus de overheid mag het ook. Dat niveau dus. Triest.
Ernstigste aanval ooit op de privacy
Eerder had advocaat Raf Jespers zich in een opiniebijdrage voor De Standaard kritisch uitgelaten over de dataretentierichtlijn. Hij merkt terecht op dat we ons in slaap laten wiegen door de mantra ‘wie niets te verbergen heeft, heeft niets te vrezen’. Jespers noemt de richtlijn onomwonden
“de ernstigste aanval ooit op de privacy. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen schuldige en onschuldige burgers. Iedere burger is een potentiële terrorist of crimineel. Het vermoeden van onschuld, een heilig principe in een democratische rechtsstaat, telt niet meer. Fundamentele burgerrechten zoals de vrije meningsuiting, de persvrijheid of het recht om zich vrij te organiseren komen onder vuur te liggen. Want wie zal nog via de moderne communicatiemiddelen ongedwongen en vrij communiceren over zijn politieke en syndicale mening en organisatie als hij weet dat alle communicatiegegevens vroeg of laat door Staatsveiligheid of Justitie kunnen worden opgevraagd?”
Meer kritieken op de dataretentierichtlijn vind je bij de Liga voor Mensenrechten en uiteraard ook bij datapanik.org.
Hoorzitting voor Europees Hof van Justitie
De timing zal wel toeval geweest zijn. Maar op het moment dat de Kamercommissie de richtlijn goedkeurde, vond voor het Europees Hof van Justitie een hoorzitting plaats over de zaak die verschillende ngo’s hadden aangespannen tegen de richtlijn. Het ging over rechtszaken die in Oostenrijk en Ierland waren aangespannen en nu werden samengevoegd. Een uitgebreid verslag van het verloop van die hoorzitting vind je bij Netzpolitik (in het duits). De klagers hamerden vooral op het buitensporige van de databewaring. Dat alle communicatie, verplaatsingen en internetgebruik van 500 miljoen EU-burgers opgeslagen en bijgehouden moet worden, is immers buiten alle proporties. Het verleidde Peter Hustinx, Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, er zelfs toe om de richtlijn te omschrijven als “the most privacy invasive instrument ever adopted by the EU in terms of scale and the number of people it affects”. En die richtlijn werd nu dus ook door België aangenomen.