Kristof Clerix sprak met onderzoeksjournalist Glenn Greenwald, de man die in the Guardian de ene Snowden-file na de andere onthulling over Amerikaanse surveillance publiceert. Clerix ontmoette Greenwald in Rio de Janeiro naar aanleiding van de Global Investigative Journalism Conference.
Het volledige interview vind je op de website van MO*. Hieronder alvast een paar quotes.
Over de gevolgen van al dat gespioneer voor de westerse democratie
“Een van de dingen die zo gevaarlijk is aan de surveillance-staat, is dat ze het evenwicht tussen de bevolking en de overheid compleet overhoop haalt. Wat de overheid doet, zou eigenlijk transparant en open moeten zijn. Het volk moet weten wat de overheid doet. Daarom spreek je in het Engels van public servants. Wij, burgers, private individuals, doen dingen privé. Dat is een gezonde maatschappij: wij weten wat de machthebbers doen, maar zij weten niets over ons.”
“Die dynamiek is compleet omgedraaid: de overheid weet meer en meer over ons terwijl het volk minder en minder over de overheid weet. Dronebombardementen in Jemen of spionageprogramma’s bijvoorbeeld gebeuren achter een muur van geheimhouding. Die extreme omkering van het plaatje vormt een bedreiging voor de democratie.”
Over de gevolgen voor de journalistiek
“Als het gaat over surveillance focussen we vaak op de vraag hoe dat ons recht op privacy vernietigt. Privé-communicatie tussen mensen is niet langer mogelijk. Maar de surveillance-staat maakt ook de journalistiek kapot. Zelfs als de NSA alleen maar metadata zou onderscheppen –de info die toont wie jij belt en mailt en wie jou belt en mailt– dan nog zou dat volstaan om anonieme bronnen van journalisten op te sporen. Journalisten kunnen hun bronnen dus niet langer beschermen.”
“Journalisten maar ook advocaten, mensenrechtenactivisten, dokters en andere beroepscategorieën moeten zich de tools eigen maken die confidentialiteit op het internet helpen waarborgen. Dingen als GPG e-mail, Pidgin en OTR-chat, of de TOR-browser, die je toelaat met een zekere graad aan anonimiteit op het internet te surfen. Je moet als journalist écht leren hoe je je communicatie beter beschermt. Het is onverantwoord als journalisten vandaag niet vertrouwd zijn met encryptie en andere tools.”
Over de gevolgen voor ieder van ons
“Neem een vrouw die een abortus wil laten uitvoeren en naar de abortuskliniek belt. Dat wordt geregistreerd. Stel dat je hiv hebt en naar een hiv-dokter belt. Wordt geregistreerd. Een mensenrechtenactivist die in contact staat met een bron in een politiek gevoelig land? Dat contact wordt geregistreerd. Metadata vernietigen de mogelijkheid om menselijke activiteiten te onderhouden waarbij vertrouwelijkheid nodig is.”
Tot slot, over diegenen die beweren dat ze niets te verbergen en dus niets te vrezen hebben
“Eigenlijk menen ze dat niet. Ze gebruiken immers paswoorden voor hun e-mails en sociale netwerken of ze zetten een slot op hun badkamerdeur. Telkens iemand mij dat argument voor de voeten werpt, nodig ik hem uit mij al zijn paswoorden over te maken zodat ik artikels kan publiceren over de inhoud van zijn mailverkeer. Er is nog nooit iemand op dat verzoek ingegaan.”