Privacycommissie maakt brandhout van nieuwe terrorismedatabank

databank-blue

IN HET NIEUWS – De nieuwe grote databank met alle fiches van terroristen en extremisten botst op felle kritiek van de Privacycommissie. Het gaat om één van de belangrijkste maatregelen in het wetsontwerp dat door de regering Michel werd goedgekeurd in de strijd tegen het terrorisme. De Tijd zet de voornaamste kritieken van de Privacycommissie op een rijtje.

De Privacycommissie vraagt zich om te beginnen af waarom de regering nog een (zoveelste) nieuwe databank wil oprichten, zonder eerst ernstig de mogelijkheid te onderzoeken of het bestaande systeem bij het antiterreurorgaan OCAD niet gewoon kan worden verbeterd.De commissie vreest overlappingen en tegenstrijdigheden met de databanken en werkbestanden die al bestaan bij de politie- en de veiligheidsdiensten.

Het is evenmin duidelijk wie operationeel verantwoordelijk zal zijn voor de centrale databank. Vanuit privacystandpunt is het essentieel dat het glashelder is wie de verantwoordelijkheid draagt en wie zal waken over de betrouwbaarheid van de gegevens. Anders zal de kwaliteit van de gegevens snel achteruitgaan, waarschuwt de commissie.

De regering bakent evenmin duidelijk af wie toegang zal krijgen tot de grote databank en in welke mate. De lijst van diensten die de databank zullen gebruiken, is lang: het OCAD, de Staatsveiligheid, de militaire inlichtingendienst, het parket, de politie, het gevangeniswezen, de douane, de Dienst Vreemdelingenzaken, de Antiwitwascel en nog andere. De Privacycommissie waarschuwt dat het buiten proportie is, als alle diensten, zonder gradaties, toegang krijgen.

Verder hekelt de Privacycommissie ook de manier waarop gegevens uit de databank zullen worden meegedeeld aan derden (“zwak omkaderd”), de juridische grondslag van de databank (“juridisch niet waterdicht”) en het feit dat de regering de nieuwe terrorismedatabank invoert via de wet op het Politieambt (“komt minstens zeer vreemd over”).

Staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein reageert dat hij het wetsontwerp gaat bijsturen. “Maar de databank mag en moet er komen.”