Bezint, eer ge (weer) een databank begint

Staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein schreef een interessante opiniebijdrage voor De Standaard. Daarin waarschuwt hij terecht dat ook wie niets te verbergen heeft, toch iets te vrezen heeft. Wie zijn privacy afstaat, geeft immers niet alleen zijn vrijheid op, maar ook zijn veiligheid. Al was het maar doordat gevoelige data in de verkeerde handen kunnen vallen.

‘Van mij mogen ze alles weten, ik heb niets te verbergen.’
‘Wie niets te verbergen heeft, hoeft niets te vrezen.’
Het zijn twee dooddoeners die in zowat elk gesprek over privacy opduiken. Je hoort ze uit de mond van een familielid of een buur. Jong of oud. Van aan de keukentafel tot aan de regeringstafel. Maar het is niet omdat bovenstaande uitspraken logisch klinken, dat ze juist zijn. Het is niet omdat ze hardnekkig zijn, dat ik ze als staatssecretaris voor Privacy over mijn kant kan laten gaan.

In de context van terreurdreiging, waarbij privacy en veiligheid scherp tegen elkaar worden afgewogen, gaat de balans meestal voorspelbaar overhellen. Het recht op veiligheid lijkt altijd net dat tikkeltje dwingender, acuter en absoluter dan het wat vage, verheven recht op privacy.

Privacy is altijd een kwestie van afwegen, context, finaliteit. Geen zuivere wiskunde. Vandaar dat velen geneigd zijn te denken: als we onze privacy (gedeeltelijk) moeten offeren op het altaar van onze veiligheid, dan moet het maar. First things first. Maar dat is pas kortetermijnvisie. Op de lange termijn zal het precies de privacy zijn die uw veiligheid garandeert en niet omgekeerd. Wie zijn privacy opoffert, staat niet alleen zijn vrijheid af, maar geeft ook zijn veiligheid op. Privacy ís veiligheid.

(…)

We hopen dat de overheid uiterst zorgvuldig omgaat met onze gegevens. Ze zijn veilig, zolang ze in de handen zijn van mensen en overheden met goede bedoelingen. Maar die garantie is er niet altijd. De overheid van vandaag is niet die van morgen. En voor elke briljante cryptoloog die onze databanken moet beveiligen, staat er een geniale hacker klaar met slechte intenties die de sleutel kan kraken.

Ook als u niets te verbergen heeft, heeft u wel degelijk iets te vrezen. Als het gesprek aan de keukentafel nog eens op privacy uitdraait, laten we voortaan de dooddoeners best achterwege. Ik zal dat ook doen aan de regeringstafel.

Nu maar hopen dat de staatssecretaris ook zijn collega’s in de regering kan overtuigen om de dooddoeners achterwege te laten en voluit te gaan voor veiligheid én privacy. Daar lijkt ons nog meer dan genoeg werk aan de winkel.

Lees hier de volledige opiniebijdrage