Gastblogger Bas Vermond schreef voor Adformatie een interessante bijdrage over al die zogenaamd slimme apparaten die we in huis halen en dan vooral over wat de bedrijven achter die zogenaamd slimme dingen met de verzamelde data uitspoken. En waarom we ons hier niet of nauwelijks voor interesseren? Hier kan je de volledige bijdrage lezen; hieronder een paar uitgebreide quotes.
Op de een of andere manier zijn we misschien al gewend aan het idee dat we veel van onze privacy hebben moeten inleveren. De meeste mensen halen hun schouders op als het om data gaat, zelfs data over hun eigen huis, terwijl veel partijen erg geïnteresseerd zijn in deze data.
Misschien omdat we de risico’s en gevolgen hiervan moeilijk kunnen inschatten. Of misschien zijn we te goedgelovig, misschien wel naïef. Geloven we dat bedrijven geen misbruik van onze data maken. Een ieder moet zich echter goed bedenken of ze de controle over veiligheidsgevoelige apparaten wil opgeven.
Bijna de helft van de Nederlanders (45 procent) is bereid activiteits- en gezondheidsdata te delen met hun zorgverzekeraar als daar een lagere zorgpremie tegenover staat. Drie op de tien consumenten zegt ook bereid te zijn de gegevens te delen met hun werkgever, hoewel daar wel een beloning tegenover moet staan zoals bijvoorbeeld vrije dagen of een bonus. 16 procent van de respondenten zegt ook hun data te willen delen met een commerciële organisatie in ruil voor korting op producten.
Data inruilen voor een lagere premie of kortingen. Zo makkelijk denken mensen dus. Portemonnee boven privacy. Overigens is het in Nederland niet toegestaan voor werkgevers om dit soort gegevens te verwerken. Medewerkers van een bedrijf zijn namelijk financieel afhankelijk van hun werkgever, waardoor er volgens de Wet bescherming persoonsgegevens geen sprake is van vrije toestemming. In maart jl. tikte de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) nog twee bedrijven op de vingers om zo’n situatie. “Een werkgever mag zo’n armband natuurlijk wel cadeau geven, maar het is niet de bedoeling om vervolgens gegevens over de gezondheid van werknemers in te zien. Ook niet als een medewerker hier toestemming voor geeft”, aldus het AP.
Klanten met een slimme thermostaat realiseren zich niet wat (lees: welke persoonlijk /privacy gevoelige informatie) ze weggeven. Ondertussen worden de slimme thermostaten breed uitgerold in Nederland door energiebedrijven. Zo beschikt nu al 5 procent van de Nederlandse huishoudens over een slimme thermostaat.
Bas Vermond besluit:
Ik heb niets tegen slimme thermostaten. Sterker nog, ik wil ook echt geloven dat energieleveranciers niets met mijn data doen, ik wil ook geloven dat de fabrikanten van die thermostaten (de zogenaamde ODA’s) zuinig zijn op deze data. Mijn zorg zit in het onzichtbare gedeelte van de data. Als klant met een slimme thermostaat weet je niet waar jouw data op worden geslagen, wie er wat mee doet en of er andere partijen aan kunnen of mogen komen. Dit gedeelte blijft onderbelicht, de focus ligt op de energiebedrijven, die moeten zich aan strikte wetten houden, maar de partijen aan de achterkant lijken weg te kunnen blijven uit het privacyvraagstuk.
Iedereen heeft recht op zijn of haar eigen data, of tenminste weten wie er wat mee doet. Hoe onschuldig data uit een slimme thermostaat ook lijken, het is dat niet. Persoonlijke data is geld waard, veel bedrijven kunnen hier ook weer veel geld aan verdienen, zonder dat je hier als gebruiker iets van terug ziet.
Het blijft moeilijk inschatten hoe we onze privacy moeten verdedigen tegen boven genoemde zaken. Zo lang we onze schouders ophalen over onze data, zal de grens elke keer weer wat verder worden opgerekt en zullen bedrijven de mazen in de wet blijven opzoeken. Waar veel geld in omgaat, worden bepaalde zaken niet geschuwd.