ZDNet sprak met experts over de droneregelgeving om uit te vissen wat er nu precies mag, welke wetten nog meespelen vooral: wat je riskeert wanneer je de regels aan je laars lapt. — lees verder bij ZDNet, 27/5/2016 (hieronder de paragraaf rond privacy)
Eén van de meest besproken aspecten bij het besturen van een drone is de privacy. De toestellen zijn in de regel uitgerust met een camera, en daarmee kan de bestuurder plots menig achtertuin binnenkijken, of hij nu wil of niet. Ex-minister Gallant beperkt zich in het KB tot een verwijzing naar de privacyregels en verplichte lesuren inzake privacyreglementering voor aspirant-dronepiloten.
De privacywet is notoir vatbaar voor interpretatie, en dat maakt het voor de dronepiloot niet bepaald eenvoudig. “Trouwens, niet alleen de wet op persoonsgegevens en andere bepalingen rond privacy zijn van toepassing op dronepiloten”, weet advocaat Geet Somers (Time.lex). “Ook bijvoorbeeld artikel 544 van het burgerlijk wetboek inzake burenhinder of de grondwettelijke onschendbaarheid van de woning kunnen een rol spelen”, gaat Somers verder.
Subjectiviteit
In de praktijk moet de dronepiloot zich dus aan allerhande privacyregels houden die eerder subjectief zijn. Wat is burenhinder immers? En wanneer schend je iemands privacy? Wie de dochter van de buren tijdens een zwoele zomermiddag gaat begluren met zijn DJI Phantom, heeft geen excuus, maar wat als je een familiefeest in je tuin wil filmen voor eigen gebruik, en de tuin van de buren staat daar mee op?
“Als het tot een rechtszaak komt, dan zal de feitenrechter moeten oordelen”, weet Somers. “In de praktijk is er dus geen duidelijke grens voor wat privacyschending is, en zal de mening van de rechter over het specifieke geval de doorslag geven.” Vind je dat net als ons vaag en Belgisch klinken? Dan heb je de regeling waarschijnlijk goed begrepen.