Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe GAS-wetgeving in 2014 krijgen minderjarigen steeds minder een boete opgelegd. In de plaats nodigen gemeenten hen samen met de ouders uit om hen op de vingers te tikken of moeten ze verplicht een brief met excuses schrijven. “Gemeentes beseffen dat het veel meer loont jongeren her op te voeden dan zomaar boetes uit te delen”, zegt onderzoekster Karen Weis.
Sinds 2014 is de nieuwe GAS-wet van kracht, die gemeenten meer slagkracht moest geven om jongeren te bestraffen. Gemeenten konden de minimumleeftijd voor sancties verlagen van 16 naar 14 jaar én er zijn alternatieve straffen bijgekomen. Een wetswijziging die heel wat ophef veroorzaakte. Mensen kwamen zelfs op straat om ertegen te betogen. “Nu blijkt dat de wet weinig concrete gevolgen heeft gehad”, zegt onderzoekster Karen Weis. “Er zijn slechts enkele gemeenten die de minimumleeftijd hebben verlaagd. En het lijkt wel alsof gemeenten terughoudender zijn om GAS-inbreuken vast te stellen uit angst voor een nieuwe mediaheisa.” Weis verwijst naar de absurde GAS-boetes die in 2013 de media haalden. Zoals die keer toen enkele jongeren een proces-verbaal aan hun broek hadden toen ze met sneeuwballen gooiden in Antwerpen.
Een positieve evolutie is volgens Weis alvast dat jongeren minder snel een boete krijgen. “Gemeenten zijn verplicht eerst een alternatief voor te stellen”, zegt ze. “Pas als de minderjarige weigert daarop in te gaan, kan die een boete krijgen.” Het aantal boetes daalde van 42 procent in 2013 naar 28 procent in 2014. Dat heeft vooral te maken met de beleidskeuzes in de provincie Antwerpen, die tekent voor liefst 63 procent van alle GAS-inbreuken van minderjarigen. Sinds de nieuwe wet kiest Antwerpen ervoor ouders en de jongere uit te nodigen op het stadhuis voor een gesprek met de sanctionerend ambtenaar. Draait het gesprek op niets uit of dagen de betrokkenen niet op, dan volgt een bemiddelingsprocedure. Als ook die niet lukt, rest enkel nog een boete.
“In het algemeen kiezen gemeenten nu veel meer voor die alternatieve straffen”, zegt Weis. “Bij de bemiddeling kijken ze naar wat de jongere precies heeft mispeuterd en kiezen daar een gepaste straf voor. Bijvoorbeeld als iemand vuurwerk heeft afgestoken die een vuurwerkklas laten volgen, waar de gevaren ervan worden uitgelegd.” — bron: Belang van Limburg