Binnenkort zijn we allemaal verplicht om een digitale meter te laten plaatsen. Maar schrijver Marc Reugebrink wil zijn verbruiksgegevens niet delen met een bedrijf. In een opinie voor De Standaard legt hij uit waarom hij het een wel heel slecht idee vindt dat een bedrijf met commerciële belangen straks ongevraagd in uw huis zal kunnen binnenkijken.
Straks leven we allemaal in een Big Brother-huis
Daar is hij weer: de ‘slimme’ meter. In 2012 had ik in mijn slaapkamer in Gent al eens iemand van Eandis bij mijn meterkast staan die beweerde dat ik verplicht was om in het kader van een ‘proefproject’ waarvoor mijn wijk was uitverkoren, ‘gratis!’, een slimme meter te laten plaatsen. Burgervader Daniël Termont (SP.A) had in een begeleidend foldertje ‘een warme oproep’ gedaan mee te doen, want die slimme meter was ‘het energieverhaal van de toekomst’, de enige mogelijkheid om de grote uitdagingen waarvoor het energielandschap staat, het hoofd te bieden, schreef hij. De proef was blijkbaar al geslaagd voordat ze begonnen was, concludeerde ik. Ik had Eandis al eerder laten weten van deelname af te zien, maar de medewerker in mijn slaapkamer stelde dat ik mee móést doen, anders zouden mijn gas en elektriciteit worden afgesloten.
Kras. Ik schreef erover in deze krant (DS 1 oktober 2012). Nog diezelfde dag reageerde toenmalig minister van Energie Freya Van den Bossche (ook SP.A) met de mededeling dat iedereen het recht had om niet aan het proefproject mee te doen. Dat gas en elektriciteit afgesloten zouden worden als men het niet deed, was lariekoek.
Gewoon doen
Dat is dan nu anders. Minister Bart Tommelein (Open VLD) komt hoogstpersoonlijk uw leidingen doorknippen als u weigert nóg maar eens een apparaat in huis te halen dat het derden met commerciële belangen mogelijk maakt om ongevraagd in uw woning binnen te kijken (DS 16 april). De digitale meter lijkt te vallen onder de nieuwe wet op woonstbetreding. Of het is een gevalletje van ‘gewoon doen’ waarop de immer met ‘vrijheid’ schermende Open VLD het patent heeft. Zoals meestal betekent dat ook nu: gewoon in de pas lopen en je voegen naar wat de Heilige, want immers Vrij genoemde Markt van u eist: dat u de integriteit van uw woning prijsgeeft, bijvoorbeeld. Die van uw lichaam volgt nog.
Dat laatste klinkt misschien wat paranoïde, maar de verplichting van de digitale meter past in een ontwikkeling die de Duitse essayist Harald Welzer in zijn in 2016 verschenen boek Die smarte Diktatur (De slimme dictatuur) een ‘aanval op onze vrijheid’ noemt. ‘Wij zijn permanent zichtbaar, dus controleerbaar’, schrijft hij. ‘Je hoeft je niet langer afwijkend te gedragen om permanent geobserveerd te worden. Niemand hoeft nog crimineel, sociopaat, terrorist of op andere wijze een gevaar voor de openbare veiligheid te zijn om onder toezicht geplaatst te worden.’
Hij heeft het hier natuurlijk over een meer algemene ontwikkeling waarin sociale media, zwendel met persoonlijke data, maar ook de alomtegenwoordige camera’s in de straten en in openbare gebouwen maken dat we voortdurend onder toezicht staan, dat wil zeggen, voegt Welzer toe, verdacht zijn. En hoe noem je een staat waarin iedereen uit naam van de veiligheid in principe verdacht is?
We geven al veel prijs
Het is op zich wonderlijk hoeveel wij mensen vandaag bereid zijn prijs te geven over onszelf: via Facebook en allerhande apps die ons doen en laten (en zelfs onze hartslag en bloeddruk) volgen en opslaan. Welzer stelt zelfs dat de Stasi, de Gestapo of de Tsjeka alleen maar konden dromen over zoveel bereidwilligheid. Maar met een beetje goede wil kun je nog zeggen dat die informatieverstrekking onze eigen keuze is. De digitale meter is een verplichting. Wie weigert, zit in het donker en in de kou.
Het is efficiënt, zegt men. Ook om energiefraude op te sporen natuurlijk. Maar het biedt toch vooral de mogelijkheid om energie te sturen, en zo goedkoper te maken. En kijk: de meteropnemer kan verdwijnen (‘jobs, jobs, jobs’), dat scheelt ook weer een slok op een borrel. Het geeft nog maar eens aan dat het verhaal hier opnieuw alleen economisch is, een verhaal waar de Privacycommissie blijkbaar zonder de minste wroeging in meestapt.
Het is zeer de vraag wie er van al die efficiëntie uiteindelijk profiteert — ik heb een sterk vermoeden dat dat niet de burger zal zijn, die zijn energiefactuur de afgelopen tijd alleen maar zag stijgen. Wel zeker is dat hij verplicht zijn huis moet openstellen voor een bedrijf dat er tot nu toe niet de geringste blijk van heeft gegeven het algemeen belang te willen dienen. Dat weet straks wanneer u uw licht aan- en uitdoet, wanneer u kookt, slaapt, niet thuis bent. Big Brother Tommelein. Maar hij is uw broeder niet.