‘Datadictatuur’ van publicist Jan Kuitenbrouwer is niet alleen een heel handzame geschiedenis van het internet tot nu toe, maar biedt ook food for thought over de toekomst van de digitale wereld.
Een vereiste voor een gezonde democratie is een ‘machtsvrije publieke ruimte’, schreef de Duitse filosoof Jürgen Habermas, een neutraal en open forum voor discussie en debat. Met de komst van het internet leek dit ideaal van Habermas in vervulling te gaan: cyberspace was van iedereen en van niemand, geen autoriteit, geen commercie. Maar helaas: het publieke karakter van internet is schijn, cyberspace is gekoloniseerd door duistere politieke en financiële belangen, die ons ongemerkt manipuleren. Geïmponeerd door de technologische krachttoeren van Silicon Valley hebben wij het publieke karakter van het internet verkwanseld en het grootste economische machtsblok in de geschiedenis vrij spel gegeven. Internet is een jungle, waar niemand onze veiligheid garandeert of burgerrechten beschermt. En intussen wordt het gebrek aan regels, privacy en openbare orde in de digitale wereld een maatstaf voor de analoge. ‘Making the world a better place,’ noemt Google dat. In zijn boek ‘Datadictatuur’ draait Jan Kuitenbrouwer draait het om: let’s make the web a better place. Tijd voor een beschavingsoffensief in de digitale wereld.
Jan Kuitenbrouwer: Datadictatuur. Hoe de mens het internet de baas blijft (uitg. Prometheus, 2018, 128 p.)