Het gebeurt niet elke dag dat we een tip van de sluier van de surveillance-industrie krijgen opgelicht. In “We zijn gezien. Van angstklimaat naar controlecultuur” (dit weekend in De Standaard) heeft journaliste Annelien De Greef het onder meer over Vias en de wifisnuffelaar (neen, geen titel van een Suske en Wiske-album). Het is een sterk staaltje van de manier waarop de overheid de surveillance-industrie de wind in de zeilen geeft en daarmee commerciële belangen boven veiligheid plaatst.
Vias is het voormalige BIVV dat omgeturnd werd van een Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid naar een veiligheidsinstituut tout court. Dat nieuwe Vias Institute staat onder meer mee in voor de organisatie van Niveau S, de tweedaagse conferentie rond veiligheid en innovatie die deze week in Brussel plaats vindt.
Vias kwam enkele weken geleden in het nieuws toen het de idee lanceerde om transmigranten te tracken met wifisnuffelaars. Het instituut pleitte ervoor om op strategische plekken zoals het Maximiliaanpark of het Brusselse Noordstation wifisnuffelaars in te zetten om gsm’s te volgen. Op die manier zou de politie verdachte patronen kunnen blootleggen. Privacy-experts plaatsten een heleboel vraagtekens bij het idee, maar het werd gretig opgepikt door (ex-)minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon – nooit vies van wat extra privacyschending.
Maar het is dit keer niet zozeer de privacyschending die ons interesseert, maar de manier waarop de wifisnuffelaar werd gelanceerd. Journaliste Annelien De Greef vroeg Vias vanwaar het idee kwam en of het een onderzoek of rapport over de technologie beschikbaar had. Dat bleek niet het geval.
‘Er zijn bedrijven in België die de technologie aan het ontwikkelen zijn. Ze ligt klaar om ingezet te worden’, aldus woordvoerder Maarten Swinnen. Welke bedrijven? ‘Ik heb er één in gedachten, maar ik kan de naam niet noemen. Als het bedrijf vanuit commercieel oogpunt liever niet vermeld wordt, respecteer ik dat. Het was de eerste keer dat de technologie vernoemd werd. Het bedrijf wilde eerst de reacties afwachten. Uiteindelijk was het niet ongelukkig met de berichtgeving, heb ik begrepen.’
Dus Vias deed aan marktonderzoek voor het bedrijf in kwestie? ‘Nee. Het voorstel kaderde in Niveau S. We wilden een discussie uitlokken. Dat is ook de bedoeling van de conferentie. Heel wat bedrijven kampen met het probleem dat ze technologie ontwikkeld hebben, maar dat die slechts beperkt gebruikt mag worden, omdat we veel belang hechten aan normen en waarden. Aan de andere kant laten criminelen zich daar niet door tegenhouden. Zij hebben de technologie wel in handen.’
Met andere woorden, Vias – dat in de feiten nog steeds een verkapt overheidsinstituut is – laat zich voor de kar spannen van een commerciële speler uit de surveillance- / veiligheidsindustrie om een product te lanceren waarvan het eigenlijk wel weet dat het niet voldoet aan de “normen en waarden”. Bedrijven ontwikkelen technologieën die maatschappelijk niet aanvaardbaar zijn, maar commercieel wel interessant lijken. Om dat te promoten kloppen ze aan bij een officieel instituut met enige naam, die het bedrijf graag een duwtje in de rug geeft en zich daarin nog eens gesteund weet door een minister voor wie op het gebied van surveillance de sky zowat de limit moet zijn. Om er op die manier voor te zorgen dat de technologie op den duur wel maatschappelijk aanvaardbaar wordt (en onze “normen en waarden” en passant weer wat opgeschoven worden).
We hebben zo een vermoeden dat dit de “normale” gang van zaken geworden is in deze tijden van #veiligheidscultuur en dat dit een van de redenen is waarom we met steeds meer surveillancetechnologieën en steeds minder privacy opgescheept zitten. ANPR, gezichtsherkenning, vingerafdrukken, etc. Het draait in essentie nauwelijks om onze veiligheid maar veel meer om commerciële belangen. Wij noemen dat maatschappelijk gezien een overduidelijke #fail.