In Amsterdam heeft de politie jarenlang onterecht kunnen meekijken met de camera’s die de gemeente gebruikt voor het handhaven van de milieuzone. Dat blijkt uit stukken die eind september in de Amsterdamse gemeenteraad werden besproken.
Het nieuws zet een van de vele risico’s bij het gebruik van ANPR-camera’s nog eens extra in de verf. De verleiding is voor politiediensten duidelijk te groot om de camera’s ook te gebruiken voor andere doeleinden dan die waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld zijn. Controle op het naleven van de milieuzone (in België vergelijkbaar met de lage emissiezones, waar tussen haakjes ook gebruik wordt gemaakt van camera’s met nummerplaatherkenning) is nu eenmaal helemaal iets anders dan het opsporen van criminelen. En dat laatste kan natuurlijk nooit een argument zijn om illegale praktijken goed te praten, wat het College van burgemeester en wethouders wel deden door te verwijzen naar “het belang van criminaliteitsbestrijding”. Dit soort oneigenlijk gebruik gaat nog een stuk verder dan het risico van function creep waar al zo dikwijls voor gewaarschuwd is. In dit geval ontbreekt elke wettelijke basis voor het gebruik door de politiediensten. Of het daarbij om onzorgvuldigheid, opzet of onbekwaamheid gaat, speelt eigenlijk geen rol. Het is en blijft een privacyschending en een duidelijke wetsovertreding door een overheidsdienst die van mening is dat ze zelf wel een loopje met de wetgeving mag nemen. Weer een reden te meer om bewakingscamera’s niet te vertrouwen.
De samenwerking met de politie voldoet niet aan de wettelijke voorwaarden, schrijft het college van burgemeester en wethouders. Zo heeft de politie geen goedgekeurd cameraplan ingediend, waarin wordt beargumenteerd waarom de camera’s nodig zijn bij de opsporing van criminelen. Het is nu bovendien onduidelijk op welke manier de data worden geleverd en hoelang de politie ze bewaart. Verder zijn de risico’s van de verwerking van de verzamelde gegevens niet in kaart gebracht en worden mensen die de milieuzone binnenrijden niet geïnformeerd dat hun kenteken ook aan de politie wordt doorgegeven.
Het college overlegt met toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens of dit als een datalek moet worden gemeld. Volgens een adviesbureau dat door de gemeente is ingeschakeld, is dat inderdaad het geval. De politie moet binnen drie maanden aan de wet voldoen, anders stopt de samenwerking. Amsterdam wil doorgaan met het delen van de data, “vanwege het belang voor de bestrijding van criminaliteit”.
Lees verder bij NOS Nieuws