Een camerawandeling door Brussel

De Ligue des Droits Humains organiseerde vorige week een wandeling langs de bewakingscamera’s in Brussel. Bruzz vond dit een mooie aanleiding voor een kritisch artikel over de mogelijke gevaren van een slimme stad. Het stadsmagazine sprak onder meer met de Zwitserse politicoloog Nicolas Bocquet, die de Brusselse smart city onderzocht, en met ethisch hacker Cedric De Vroey, die op vraag van Stad Antwerpen smartcity-initiatieven kritisch doorlicht. Het origineel vind je hier, een kopie van het artikel kan je ook hieronder lezen. De Ligue organiseert overigens binnenkort opnieuw een camerawandeling. Check tijd en plek van afspraak hier of in onze agenda.

Op zoek naar Big Brother: een wandeling door Brussel

Twee bewakingscamera’s aan de gevels van een steakhuis op het Rogierplein. Zwitser Nicolas Bocquet, die voor zijn scriptie de smart city-initiatieven in Brussel onderzocht en nu aan een doctoraat werkt over gegevensbescherming, wijst ernaar. “Geen pictogram dat je verwittigt dat je gefilmd wordt, terwijl dat nochtans wel verplicht is.”

We draaien een kwartslag, Bocquet wijst omhoog. Aan een verlichtingspaal hangt een futuristisch ogende zwarte bol. “Een nieuwer type, van de politiezone. Er zit een camera in die kan zwenken. Door de glazen bol eromheen weet je echter nooit exact in welke richting er wordt gefilmd.”

Vijftig meter verder, op de Kruidtuinlaan richting Nieuwstraat, hangt een derde type camera, in wat op een zwarte doos lijkt: de fameuze ‘Automatic Number Plate Recognition’-of ANPR-camera’s, die ingezet worden voor de naleving van de lage-emissiezone (LEZ). Scherpe pinnen eronder moeten vermijden dat een boze chauffeur omhoog klimt om de dure camera aan gruzelementen te slaan.

“Men verkoopt de ANPR-camera aan het publiek voor één doeleinde – schonere lucht – en wie kan daar tegen zijn?” zegt Bocquet. “Maar als de beelden gedeeld zullen worden (zie kader), kan de politie ze bijvoorbeeld eveneens gebruiken om chauffeurs op te sporen die te snel rijden. Elke ANPR-camera is eigenlijk ook een flitspaal.”

Sociaal geaccepteerd

“De term ‘smart city’ alleen al maakt dat je bijna niet ‘tegen’ kunt zijn,” gaat Bocquet verder. “Wie wil er nu een domme stad? Het concept heeft zich een plaats veroverd in de politieke agenda, en dat heeft geholpen bij de sociale acceptatie van de technologie. Er is nooit een publiek debat over de camera’s van de LEZ geweest, noch over zelfrijdende auto’s. Ze zijn er gewoon plots, en dan regelt de politiek het wettelijke kader.”
In Brussel rijden sinds dit jaar een aantal zelfrijdende voertuigen: shuttles op de luchthaven en in het Woluwepark, en een Lexus die sinds juli een vaste lus door de stad rijdt. BRUZZ vroeg voor dit dossier om een keer naast de veiligheidschauffeur te mogen zitten, maar dat wees Toyota “omwille van confidentitaliteit en veiligheid” af.

Bocquet geeft een ander voorbeeld. “In het Zuidstation heb je camera’s boven de roltrappen en trappen hangen die al een zodanig hoge resolutie hebben dat ze kunnen ingezet worden om gezichten te herkennen. Er bestaat momenteel nog geen wettelijk kader voor, terwijl de camera’s al op die plekken hangen waar ze het makkelijkst gezichten kunnen herkennen.”

Zodra je op bewakingscamera’s begint te letten, zie je ze overal. Het plafond van winkelcentrum City 2 is bezaaid met de moderne ‘koepel’-types. Terwijl Bocquet er eentje recht boven ons hoofd aanwijst, zwenkt de camera abrupt onze richting uit. De verkoopsters van de fruitsapstand hebben er zelfs een hangen aan een sapcentrifuge.

“Er bestaan strikte regels over personeel filmen, het moet nodig en proportioneel zijn. Maar het personeel lijkt het in dit winkelcentrum aanvaard te hebben. In Frankrijk mag je intussen sommige shoppingcentra niet meer in als je een trui met kap draagt (dat gebeurt ook in het shoppingcentrum Docks, waar petten verboden zijn, red.). Ieders gezicht moet op de camera’s te zien zijn. ”

Technopolice

De Franse organisatie La Quadrature du Net, die privacy in digitale tijden wil verdedigen, is met een webplatform – onder de naam Technopolice – begonnen dat openbaar debat over al die slimme technologie wil aanmoedigen. Technopolice gaat in de komende weken ook in Brussel van start. Mensen kunnen er nieuwe technologieën die ze opmerken in hun straat of wijk melden.

“De stad Saint-Etienne wilde bijvoorbeeld in een volksbuurt microfoons op straat installeren, om zo geweerschoten, geschreeuw, brekend glas of aanrijdingen te detecteren,” vertelt Bocquet. Na protest via Technopolice wordt het project opnieuw bekeken. “Bij La Quadrature werken juristen die kunnen nagaan of die technologie niet in strijd is met de wetgeving, en die naar de rechtbank trekken als dat het geval is.”

We wandelen verder, de Nieuwstraat in. Hier hangt zowat voor en in elke winkel een camera. In Zwitserland testte Bocquet uit of winkeliers er wel de nodige vergunningen voor hebben. “Dat blijkt niet altijd het geval. Intussen blijven ze wel de openbare ruimte filmen.”

Hacker Cedric De Vroey maakt zich later aan de telefoon druk over de camera’s die advertentiebedrijf Clear Channel in de publieke ruimte installeert. De Vroey is goed geplaatst om de gevaren van de slimme stad in te schatten. Hij is medeoprichter van ethisch hackbedrijf N0b0t, dat voornamelijk voor overheden de robuustheid van de beveiliging van digitale systemen test.

“Ook in Brussel ben ik die reclamepanelen van Clear Channel al tegengekomen. Ga maar eens dicht bij zo’n bord met van die gebogen hoeken staan en kijk goed in de zwarte boord, daar zit aan de linkerkant een camera in.”

Toen de camera’s eind 2016 door een Brussels parlementslid aan de kaak werden gesteld, verwees Clear Channel-directeur Michel Jadoul in BRUZZ uitdrukkelijk naar de evolutie van steden richting smart cities, waar inwoners interactieve reclame zouden verkiezen. In Helsinki, gaf Clear Channel als voorbeeld, konden de inwoners het type kerstversiering kiezen door ze te liken via de panelen.

De Vroey is er niet mee opgezet. “Filmen ze nu eigenlijk, en wat doen ze dan überhaupt met die data? Zit daar gezichtsherkenning in waarmee ze ons Minority Report-gewijs scannen en direct kunnen linken aan ons Facebookprofiel? Dat zijn toch vragen die we op zijn minst mogen stellen?”

Traceren waar je stilstaat

Na de wandeling door de Nieuwstraat stappen we met Nicolas Bocquet het winkelcentrum aan het Muntplein binnen. Net achter de ingang wijst hij op een klein bordje met een waarschuwing dat er een ‘beacon’ actief is. Dat spoort mobiele telefoons op via de bluetooth- of wifi-signalen die het toestel uitzendt. Bocquet: “Zo kunnen ze precies traceren waar de eigenaar zich bevindt, hoe lang die ergens stilstaat en zelfs hoe die zich door de rekken begeeft.”

Op het baken aan de ingang van The Mint wordt verzekerd dat “de unieke identificatie in geen geval toelaat u te identificeren of toegang te krijgen tot informatie op het mobiele apparaat”. Maar zowel Bocquet als De Vroey spreekt die sussende taal tegen.

Bocquet: “Zelfs al zijn data geanonimiseerd, een eenvoudige kruising met een andere databank volstaat vaak om mensen terug te vinden.”

De Vroey: “Als de firma ook een app uitbrengt die je kan gebruiken als klantenkaart, kan ze de telefoongegevens linken aan je e-mailadres en nog een heleboel andere data. Natuurlijk claimen die bedrijven dat ze data niet koppelen. Wij als consumenten moeten dat maar geloven, want echte garanties zijn er niet.”

“Als men in een democratie technologische snufjes installeert om bijvoorbeeld meer te verkopen, bestaat die technologie nog steeds als anderen met gevaarlijkere ideeën aan de macht komen,” reageert Bocquet. “Veel mensen zeggen: ‘Het is niet erg dat ik mijn privacy moet opgeven, want ik heb niets te verbergen.’ Maar misschien hebben jij of je naasten in de wereld van morgen, onder andere machthebbers, wél iets te verbergen. Omdat je homoseksueel bent bijvoorbeeld, of gewoon hun ideeën niet deelt.”

“We moeten niet blind zijn voor de kansen die al die nieuwe technologie met zich meebrengt,” benadrukt De Vroey. “Maar als eindgebruikers moeten we ons wel steeds bewust zijn van het feit dat er tegenwoordig bijna altijd wel iemand ‘meekijkt’. In mijn ervaring als hacker is er toch altijd dat ene achterpoortje waar voordien niemand aan gedacht heeft. Geen enkel systeem is 100 procent veilig of kan garanderen dat onze gegevens niet in verkeerde handen terechtkomen.”

Als de computer beslist

“Mensen vragen mij weleens of die hele ‘slimme stad’ nieuwe gevaren inhoudt,” zegt De Vroey. “Ik heb geen glazen bol, ik weet het niet. Maar ik houd wel mijn hart vast als we beslissingen die een impact hebben op de fysieke wereld automatisch zouden laten verlopen, op basis van aangeleverde data.”

Nicolas Bocquet verwijst naar een RTBF-reportage uit 2018 over de politie van Molenbeek, die de massa camerabeelden de baas tracht te blijven door een algoritme in te zetten dat misdaad eruit moet filteren. “Volgens het algoritme zou iemand die steelt hard beginnen te lopen. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn.”

De Vroey: “In de VS bestaat sinds enige tijd een fenomeen dat ‘swatting’ heet. Iemand stuurt als foute grap een noodbericht over een gewapend incident naar de hulpdiensten, en geeft daarbij jouw adres op. In zo’n geval is het daar de procedure om er automatisch een SWAT-team op af te sturen. Omdat speciale eenheden in de VS weleens de neiging hebben om snel te schieten, zijn daar in twee jaar tijd al drie doden bij gevallen. Naarmate ook onze overheden verder zullen digitaliseren, verwacht ik in de komende jaren alleen maar meer van zulke voorbeelden.”

Op zoek naar Big Brother: een wandeling door Brussel