MO* vertaalde een artikel van Laurence D’Hondt, journaliste bij onder andere Le Vif/L’Express, over de sociale gevolgen van een wereld zonder cash. Sinds de coronapandemie is betalen zonder cash geld meer regel dan uitzondering in veel landen. Sommigen hebben daar baat bij. De banken, creditcarduitgevers en fintech-bedrijven voorop, maar ook regeringen – onder het mom van terrorismebestrijding of de strijd tegen belastingontduiking – en internationale organisaties als de G20 of de Europese Commissie – in naam van de vooruitgang en de vrije concurrentie.
Anderen ondervinden er de minder gunstige gevolgen van. In de eerste plaats mensen die in een moeilijke situatie zitten, die geen bankrekening hebben en slechts beperkt toegang hebben tot nieuwe technologie. Denk aan mensen in kansarmoede, maar ook oudere mensen, mensen die afgelegen wonen of mensen zonder papieren. Voor hen is de toenemende digitalisering vaak een bijkomende hindernis om toegang te krijgen tot essentiële rechten en diensten. Gas- en elektriciteitsfacturen betalen, bijvoorbeeld, of een beroep doen op een aantal diensten van de gemeente, of zoiets simpel als een ticket van De Lijn kopen.
Aan het slot van het artikel maakt Laurence D’Hondt ook nog eens duidelijk dat een wereld zonder cash niet alleen maar sociale gevolgen heeft. De burger komt onder steeds meer onder toezicht te staan. Privébedrijven die zich bezighouden met nieuwe technologie, zoals internetgiganten Google, Apple, Facebook en Amazon, zien hun winst pijlsnel de hoogte in schieten, zonder dat ze zich echt hoeven te bekommeren om de bescherming van persoonsgegevens.
Haar conclusie is dat die afhankelijkheid van privétechnologie die ons toegang verschaft tot geld, ons ook bijzonder kwetsbaar maakt, individueel én als maatschappij.