Het voorontwerp voor versie 3 van de dataretentiewet lag al vanuit verschillende hoeken onder vuur. Vooral de verplichting voor versleutelde diensten als Whatsapp en co om een achterpoort in te bouwen, stuitte op heel wat binnenlands en buitenlands verzet. Nu sluiten ook minister van Telecom en vice-premier Petra De Sutter (Groen) en minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) zich aan bij de kritiek en wijzen ze een verplichte backdoor af. Opmerkelijk, want De Sutter en Dedonder zijn immers beide coauteur van het wetsontwerp, samen met minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) en minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V).
Ter herinnering, de dataretentiewet bepaalt hoe telecomaanbieders moeten bijhouden wie waar en wanneer met anderen communiceert. Nadat het Grondwettelijk Hof voor de tweede keer de dataretentiewet had vernietigd, kwam de regering met een voorstel voor versie 3 op de proppen. Tot verbijstering van velen kwam dat voorstel niet alleen nauwelijks tegemoet aan de kritieken van het Grondwettelijk Hof. Er werd daarbovenop nog een nieuwe maatregel toegevoegd, namelijk dat diensten als Whatsapp of Telegram, die hun communicatieverkeer volledig versleutelen en zo onleesbaar maken voor derden, een achterpoort in hun diensten moeten inbouwen. Via die backdoor zou het Belgische gerecht bij vermoedens van zware misdrijven live kunnen meeluisteren en meelezen.
Dat plan stuitte op een golf van binnenlands en buitenlands protest van experts en kwam de regering op een vernietigende kritiek van de Gegevensbeschermingsautoriteit en het Comité I te staan. Zelfs staatssecretaris voor Privacy en Digitalisering Mathieu Michel (MR) liet uitzonderlijk van zich horen en kantte zich tegen de maatregel. Dergelijke backdoor verzwakt immers de beveiliging van de diensten en zet de deur niet alleen open voor gerechtelijke diensten maar evenzeer voor criminelen.
Die kritieken lagen naar verluidt ook aan de basis van hevige debatten tussen verschillende kabinetten en die discussies vonden blijkbaar hun weg naar de regering zelf. Dat bleek in ieder geval toen minister De Sutter vorige week in de Kamercommissie Economie tijdens de bespreking van haar beleidsnota voor 2022 zei dat de gesprekken over de herwerkte dataretentiewet nog volop aan de gang zijn.
“Wij stellen ons dezelfde vragen als degene die de experts en de GBA hebben gesteld, over de privacy en de veiligheid van deze communicatiekanalen. Als we digitale informatie- en communicatietools willen uitrollen bij de bevolking, moeten mensen daar vertrouwen in kunnen hebben. Tot nu toe is het succes van communicatiekanalen zoals Whatsapp, Signal en andere net gebaseerd op het feit dat ze end-to-end -encryptie garanderen. Als we een backdoor inbouwen op vraag van gerechtelijke instanties, bouw je een zwakke plek in die instrumenten zelf in. Dat kan dan natuurlijk ook door minder goedbedoelende partijen gebruikt worden om te hacken. We vinden dat een probleem.”
De Sutter stelde daarom voor om de maatregel rond de achterpoort uit de dataretentiewet te halen en het debat daarover ’ten gronde apart’ te voeren. Ze voegde er wel aan toe dat “u zult begrijpen dat we in de regering met verschillende posities zitten”. Lees: dat vooral het kabinet van Van Quickenborne (Open VLD) en wellicht ook CD&V voorstander blijven de nieuwe wet mét backdoor en dus van de verzwakking van de beveiliging van communicatiediensten.
Bij minister Dedonder vond De Sutter alvast een bondgenoot:
“Voor ons is de veiligheid van alle gebruikers belangrijk. Veiligheids- en inlichtingendiensten moeten onder vastgelegde voorwaarden hun werk kunnen doen, zonder daarbij het fundamentele recht op privacy van de totale verzameling van gebruikers in het gedrang te brengen. België is een rechtsstaat en dat moet te allen tijde gewaarborgd blijven.”
Bron: De Standaard / datanews