2026. In België is net een wet op gezichtsherkenning aangenomen. Het Grondwettelijk Hof moet beslissen of de wet nietig moet worden verklaard. Moet gezichtsherkenning worden toegestaan – of niet – in uitzonderlijke situaties, zoals een terroristische dreiging of een ernstig misdrijf? Op straat herkend en geïdentificeerd worden is wat drie mensen zullen ervaren in dit fictief proces (een man verdacht van terrorisme, een ander van mensenhandel, een vrouw beschuldigd van sabotage). Hoe zwaar wegen het recht op privacy, vrijheid van beweging en het recht op demonstratie in het licht van veiligheidskwesties?
Gezichtsherkenning. Dit is het uitgangspunt van het fictief proces dat de Ligue des droits humains in samenwerking met Bruxelles Laïque organiseerde in het kader van het Festival des Libertés. Het is ook het uitgangspunt van een themanummer van het tijdschrift Chronique van de Ligue des droits humains, waarin gezichtsherkenning kritisch tegen het licht wordt gehouden.
Chronique 208 “On vous voit! Le procès de la reconnaissance faciale”
- La reconnaissance faciale en procès !
- La Cour constitutionnelle, éternelle funambule ?
- La vie privée, pour quoi faire ? Exigence démocratique et reconnaissance faciale
- Les Jeux olympiques de Paris 2024 : cheval de Troie de la vidéosurveillance algorithmique
- Mais que fait l’Europe ?
- Reconnaissance automatique des émotions, une valeur probante à haut risque