Het Israëlisch militair-industrieel complex gebruikt de bezette Palestijnse gebieden als proeftuin voor het uittesten van nieuwe wapens en bewakingstechnologieën die vervolgens over de hele wereld worden geëxporteerd naar democratieën en dictaturen. Al meer dan 50 jaar is de bezetting van de Westelijke Jordaanoever en Gaza van onschatbare waarde voor de staat Israël om ervaring op te doen in het controleren van een “vijandige” bevolking, de Palestijnen. Dit zijn de plekken waar Israël de architectuur van de controle heeft geperfectioneerd.
Journalist Antony Loewenstein onthult deze grotendeels verborgen wereld in een wereldwijd onderzoek waarbij hij geheime documenten, onthullende interviews en verslaggeving ter plaatse combineert. Zijn boek toont in detail hoe Palestina het perfecte laboratorium is geworden voor het Israëlische militair-technologische complex: van surveillance, sloop van huizen, onbeperkte opsluiting en wreedheid tot de high-tech instrumenten die de zogenaamde ‘start-up nation’ aandrijven. Van de Pegasus software die de telefoons van Jeff Bezos en Jamal Khashoggi hackte, de wapens die aan het leger van Myanmar werden verkocht en waarmee duizenden Rohingyas werden vermoord tot de drones die door de Europese Unie worden gebruikt om vluchtelingen in de Middellandse Zee in de gaten te houden, waarna ze aan hun lot worden overgelaten en verdrinken. Israël is een wereldleider geworden op het gebied van spionagetechnologie en defensieapparatuur en voedt daarmee de wreedste conflicten wereldwijd. Terwijl etnisch nationalisme groeit in de 21e eeuw, heeft Israël het ultieme model gebouwd.
Antony Loewenstein: The Palestine Laboratory. How Israel Exports the Technology of Occupation Around the World – Verso Books, 2024, 288 p., isbn 9781839762093