Bart de Koning maakt voor De Correspondent brandhout van een jaarlijkse rapport over het functioneren van de Nederlandse politie en justitie. Zijn onderzoek laat een heel ander verhaal dan het officiële zien: stijgende kosten, dalende ophelderingspercentages, fictieve politie-eenheden en gegoochel met statistieken zijn slechts enkele van de ongemakkelijke waarheden over het Nederlandse politieapparaat.
Criminoloog Cyrille Fijnaut wijst erop dat tussen 1994 en 2009 het aantal rechercheurs bij de wijk- en districtsrecherche bijna verdubbelde tot 3236 en dat er ook elders binnen de Nederlandse politie duizenden mensen bijkwamen. En toch daalden de ophelderingspercentages. ‘Dit wijst er overduidelijk op dat er iets totaal niet goed zit, om niet te zeggen: helemaal fout zit.’
Even resumerend: tussen 2005 en 2013 stegen de uitgaven aan veiligheid met 18 procent tot 12,9 miljard euro, terwijl het aantal opgehelderde zaken daalde met 28 procent. Daarbij is het nog goed om te bedenken dat de politie er de afgelopen jaren heel wat opsporingsmiddelen bij heeft gekregen. Denk aan extra bevoegdheden en talloze databases met informatie over burgers. Maar ook aan preventief fouilleren, telecomgegevens, beveiligingscamera’s en kentekenscans. Die stortvloed aan nieuwe instrumenten heeft blijkbaar geen invloed gehad op de dalende ophelderingspercentages.
Lees dit en een heleboel andere ongemakkelijke waarheden bij De Correspondent.
De vaststellingen van De Correspondent werpen ook een ander licht op de Belgische cijfers. Ook hier lezen we in de pers regelmatig hoeraberichten. Hoe efficiënt bijvoorbeeld die nieuwe bewakingscamera’s wel niet zijn of welk een wonder dat cameraschild tegen criminaliteit is. Worden die cijfers ook hier cosmetisch opgesmukt, lees: gemanipuleerd? Want enige duiding bij die cijfers krijgen we nooit te zien, laat staan dat er ook maar het minste wetenschappelijk onderzoek aan te pas zou gekomen zijn. Neen, echt geloofwaardig vonden we dat gejuich over de positieve effecten van camerabewaking vroeger niet en nu met de bevindingen in Nederland in gedachten al helemaal niet.