Ook in Nederland is het recht op privacy in gevaar. Maarten Goethals schreef er voor Mo* Magazine een uitgebreid essay over.
Sinds het aantreden van het eerste kabinet-Balkenende, intussen weer acht jaar geleden, zag de Nederlandse bevolking stelselmatig haar recht op privacy ingekort worden. De partij van de premier (CDA) diende maatregel na maatregel in die beetje bij beetje de muren tussen de burgers en de staat neerhaalde. Ook de laatste coalitiepartner, de Partij van de Arbeid (PvdA), stapte vlot mee in dit verhaal, met op kop de staatssecretaris voor Sociale Zaken Klijnsma die onlangs nog een wetsvoorstel indiende om controleambtenaren van de sociale dienst in de toekomst het absolute recht te geven ‘achter de voordeur’ te piepen van iedereen die van de staat trekt. Wie de controleurs de toegang tot zijn huis verbiedt, kan zijn uitkering verliezen, leest het wetsvoorstel. Anonimiteit, het recht op privacy, de mogelijkheid zich terug te kunnen trekken in het private deel van je leven en woning, blijken in Nederland niet langer op het prioriteitenlijstje te staan. Meer nog, deze voorrechten die een hedendaagse democratie uitmaken, worden door de staat als storend ervaren.
Vooral interessant aan het essay is dat Maarten Goethals niet alleen naar de concrete situatie en maatregelen kijkt. In het tweede gaat hij ook de psychologische toer op. Hoe ervaren de mensen de afbreuk van hun privacy en wat is de geestestoestand van een overheid die systematisch dat recht ondermijnt? Goethals concludeert onder meer dat veel van de maatregelen voortvloeien uit het feit dat de overheid de burgers wantrouwt.
Ook Goethals slotparagraaf is interessant.
(…) belangrijker dan de politieke kleur van de volgende legislatuur, is het feit dat in Nederland het aantal spontaan ontstane burgergroeperingen groeit die zich met hand en tand verzetten tegen de hierboven geschetste ontwikkeling. De burger pikt de houding van de overheid het niet langer. Met petities, blogs, acties zoals die van het ‘Nieuwe Rijk’ (De organisatie verspreidde eind vorig jaar op grote schaal een officieel uitziende nepfolder met een logo dat lijkt op dat van het Nederlandse Rijk, waarin burgers de aanbieding kregen gratis hun burgerservicenummer op hun linkerarm te laten tatoeëren), maar ook met juridische bodemprocedures probeert men de machthebbers tot zinnens te brengen. Blijkbaar de enige taal die ze begrijpen. De burger wil de tirannie van de paradox breken; hij eist weer ruimte voor zichzelf. En alleen zichzelf.