We gaan nog even door op een vorig bericht over de beslissing van de Duitse regering om geen bodyscanners te plaatsen op Duitse luchthavens, omdat in de testfase was gebleken dat ze alles behalve betrouwbaar waren en dus niet bijdroegen aan de veiligheid. Een nieuw rapport van de International Air Transportation Association (IATA) stelt nu ook dat de luchtvaartindustrie miljarden verspilt aan onnodige en inefficiënte veiligheidsprocedures.
In een blogpost wijst David Murakami Wood op enkele interessante aspecten van het rapport. Zo is er wel degelijk iemand die economisch profijt haalt uit al die beveiligingsprocedures. Alleen is dat niet de luchtvaartindustrie, maar de beveiligingsindustrie. Zo heeft bijvoorbeeld de Britse firma Smiths, scanning company, haar winsten dit jaar verdrievoudigd tot bijna 1 miljard dollar, ondanks alle problemen met de scanners.
Een tweede opvallend aspect is dat IATA haar onderzoek aangrijpt om nogmaals (onder druk van de Verenigde Staten?) te pleiten voor de zogenaamde trusted traveller plannen. Trusted traveller houdt in dat “wie niets te verbergen heeft”, zijn of haar persoonlijke gegevens kan laten registreren in een centrale databank. Die gegevens worden vervolgens doorgelicht en daarna kan de reiziger eventueel groen licht krijgen om niet telkens opnieuw langs de uitgebreide controles te hoeven passeren. Tot nog toe waren het vooral reizigers in business class die van dit aanbod gebruik konden maken. Wat voor sommigen dan weer de vraag opwierp of dergelijke lijsten nu echt meer zekerheid en veiligheid betekenden; of dat het gewoon betekende dat je wat extra reiscomfort kon kopen.
Probleem met dergelijke trusted traveller lijsten is dat in het verleden bleek dat nogal wat aanslagplegers quasi uit het niets kwamen opduiken. Ofwel omdat het ging om relatief nieuwe bekeerlingen voor de zaak, ofwel omdat ze erin geslaagd waren om zo anoniem en onopvallend mogelijk te leven. Voor dergelijke clean skins vormt het meestal geen enkel probleem om op de lijst van trusted traveller terecht te komen.
In ieder geval, veiligheidsfirma’s proberen de kritieken te pareren door te zorgen voor minder opvallende scantechnieken die de wachtrijen niet extra lang maken en naadloos geïntegreerd kunnen worden in de architectuur van luchthavens. Maar het blijft worstelen met de vraag hoe meer veiligheid én minder vertraging én een lager kostenplaatje én meer reiscomfort voor àlle reizigers met elkaar gecombineerd kunnen worden.
Waarmee we het nog niet eens over onze burgerrechten en over de invasie van onze privacy gehad hebben. Want dat is nog steeds een heikel punt als het over veiligheidsmaatregelen voor de luchtvaartindustrie gaat. Bodyscanners en Passenger Name Records zijn dan slechts een deel van het totale plaatje dat de reiziger betaalt. De grootste prijs is het verlies van onze rechten en vrijheden.