“Als je niets te verbergen hebt, dan heb je toch ook niets te vrezen?”
Het is een “argument” waar iedereen die de groei van de controlemaatschappij bekritiseert, steevast mee te maken krijgt. In gewone gesprekken, op internetfora en zelfs bij politici is het zowat de meest gehoorde tegenwerping. Je hoort het vooral opduiken als het gaat over een overheid die privégegevens verzamelt en bijhoudt. Telefoongesprekken, camerabeelden, mailverkeer, … Zolang daar niets illegaals te horen, zien of lezen is, is het toch ook geen probleem? En het is toch in ons aller belang dat het gebeurt?
Los van het feit dat dit eigenlijk een discussie naast de kwestie is, maakt het “nothing to hide” argument het belang van privacy ondergeschikt aan het belang van veiligheid. Fout, argumenteert professor Daniel J. Solove in een uitgebreide tekst. Hij plaatst daarbij het privacy-begrip en de waarde ervan in een bredere context. Hij concludeert dat het geen zin heeft een antwoord te zoeken op de vraag “als je niets te verbergen hebt, dan heb je toch niets te vrezen?”. Het probleem zit namelijk in de vraag zelf, die in zijn nietszeggendheid elke verdere discussie onmogelijk maakt.