Veiligheid en repressie als een religieus ritueel

terreurmaatregelen

Marc Reynebeau in De Standaard over de 18 anti-terreurmaatregelen van de regering, de nood aan een Patriot Act van Bart De Wever en de algemene ‘veiligheidscultuur’. Of, in de woorden van N-VA-er Koen Metsu, over de ‘veiligheidscultus’. Politici die van veiligheid en repressie een quasi-religieus ritueel maken.

“Politici vrezen minder de terreur dan het verwijt achteraf dat ze te weinig hadden gedaan om terreur te voorkomen. Maar hoeveel nieuwe en doortastende ‘maatregelen’ er ook bijkomen, dat wil niet zeggen dat ze de strijd tegen de terreur ook echt dienen.”

Dergelijke maatregelen passen vooral in “de tendens om veiligheid te versmallen tot repressie en die vervolgens te delegeren aan gespecialiseerde diensten. Dit is de ruil: politici vinden dat ze met die delegatie hun deel hebben gedaan en verder moeten die diensten maar het vuile werk opknappen. Die doen echter vooral wat hun naam suggereert: informatie verzamelen. Omdat het technisch nu eenmaal mogelijk is, slepen ze graag massa’s digitale data bijeen. Al wie, verdacht of niet, het internet of de smartphone gebruikt of reistickets bestelt, belandt zo in de databanken. Achteraf zal wel blijken of daar terroristen uit te vissen vallen, al draait dat ongerichte opstapelen van informatie vaak contraproductief uit. Het maakt de hooiberg immers veel te groot om de speld erin te kunnen vinden.”

Reynebeau wijst ook op een tweede trade-off. “De burger krijgt de belofte van veiligheid in ruil voor het afstaan van privacy. Dat is een kwestie van vertrouwen, al is het niet zeker of dat vertrouwen terecht is. In zowel de VS als Groot-Brittannië worden antiterrorismewetten ook gebruikt om onder anderen onderzoeksjournalisten, klokkenluiders of politici te bespieden, waarbij ze, alsof ze terroristen waren, worden gezien als ‘een dreiging’. In een sterke staat komen de nieuwe machtsmiddelen ook goed van pas om politiek machtsmisbruik toe te dekken.” Kijk ook maar naar Frankrijk waar de noodtoestand handig gebruikt werd om milieu-activisten monddood te maken voor de duur van de klimaattop in Parijs.

Hij concludeert dat veiligheid zonder democratische controle onbestaande is. “Maar controle is wat een democratie wel moet willen afdwingen, met toezicht dat meer is dan alleen een ritueel. Zo niet getuigt doortastendheid eerder van paniek bij politici dan van een oprechte zorg voor ieders veiligheid.”