Binnenkort verschijnt in de VS de eerste digitale pil op de markt. Het geneesmiddel met ingebouwde chip volgt op of patiënten wel slikken wat de dokter voorschrijft. Abilify, een geneesmiddel voor patiënten met psychische problemen, zal in een nieuwe versie ook een minuscule chip bevatten. De sensor meet of en wanneer de patiënt de pil slikt en stuurt die informatie naar een pleister die patiënten dragen op de borst. Die staat op haar beurt via een bluetooth-connectie in verbinding met een mobiele app. Via de smartphone kunnen patiënten hun eigen dosering opvolgen, maar ook de dokter krijgt de gegevens, samen met maximaal vier familieleden of naasten die de patiënt kan selecteren. Die kijken als het ware mee over de schouder van de patiënt. De goedkeuring voor het digitale medicijn is voorlopig beperkt tot de Amerikaanse markt, maar Proteus – dat de chip ontwikkelde – acht de tijd nu ook rijp voor de lancering in Europa.
Stefaan Callens, professor gezondheidsrecht aan de KU Leuven, plaatst in De Tijd wel een paar ethische vraagtekens bij die “mijlpaal”. Met de privacy als voornaamste bezorgdheid. “Vroeger wisten geneesmiddelenfabrikanten niets over de patiënten die hun geneesmiddelen kochten. Steeds meer krijgen ze de mogelijkheid om grote hoeveelheden data te verzamelen, wat ook al het geval is bij hulpmiddelen als pacemakers.” Daardoor vraagt Callens zich af of die data niet beter beheerd worden door een onafhankelijke partij. “Het zijn gevoelige gegevens en die rusten bij een bedrijf, ver weg van de context van een arts-patiëntrelatie. Zullen die data worden gebruikt om andere geneesmiddelen aan te bieden? Weten we zeker dat die data niet doorverkocht worden?” — bron: De Tijd