In de Verenigde Staten is de kans groot dat een Republikeinse meerderheid volgende maand voor de ontmanteling van de regels over netneutraliteit stemt. Dat is zeer tegen de zin van internetgebruikers, van techgiganten als Google tot kleine ondernemers. Regels over netneutraliteit werden in 2015 ingevoerd onder toenmalig president Barack Obama, om internetproviders in de VS aan de leiband te houden. De vrees bestaat dat ook andere landen het Amerikaanse voorbeeld zullen volgen.
Netneutraliteit houdt in dat al het internetverkeer op gelijke voet behandeld moet worden. Telecombedrijven als AT&T en Verizon, die al dat verkeer over hun netwerk zien passeren, mogen dus geen gebruikers, websites, inhoud, internetbedrijven of communicatievormen bevoor- of benadelen. De discussie over netneutraliteit gaat dus in essentie over de openheid van het internet. Door het herroepen ervan krijgen providers terug meer greep over het internet en krijgen gebruikers in de VS minder keuzes en minder toegang tot internet.
Internetbedrijven als Google, Facebook en Apple vrezen dat door de afschaffing van netneutraliteit de telecombedrijven “poortwachters van informatie en entertainment” worden. Maar ook kleinere spelers zijn bezorgd en hebben zich onder meer verenigd binnen de ngo Engine. In een open brief aan de toezichthouders uitten ze hun vrees.
“Zonder netneutraliteit bepalen de exploitanten wie, voor welke prijs, internettoegang krijgt. Ze kunnen bedrijven hinderen of concurrenten en eigen diensten bevoordelen. Ze zouden ook een tol kunnen opleggen, waardoor de keuze van de consument wordt belemmerd.”
— lees verder bij De Morgen
Meer links