Neen, Belgische politie mag GEEN gezichtsherkenningssoftware gebruiken

Over misleidende titels gesproken. Het Nieuwsblad kopte onlangs “Belgische politie mag gezichtsherkenningssoftware gebruiken, maar het zogenoemde ‘scrapen’ kan niet door de beugel.” Aanleiding was de gruwelijke verkrachtingszaak in Frankrijk waar de politie gebruik maakte van gezichtsherkenningssoftware om verdachten te identificeren. Volgens de speurders zouden op die manier één op de drie van de 50 aangeklaagden opgespoord zijn. Daarvoor haalde de Franse politie beelden van de daders door hun uitgebreide fotodatabank.

Is dat ook in België toegelaten, was de vraag die het Nieuwsblad stelde en meteen ook positief beantwoordde: het mag. Terwijl het antwoord duidelijk neen had moeten zijn: het mag niet – aangezien er geen wettelijk kader is dat het gebruik van dergelijke software toelaat. Wat uiteraard wel toegestaan is (volgens de wet op het politieambt), is het matchen van foto’s van verdachten met foto’s uit politiedatabanken om op die manier personen te identificeren. Met scrapen of massasurveillance heeft dit soort zaken dus niets te maken. Door de twee te mengen, krijg je het soort misleidende koppen zoals die in Het Nieuwsblad. Met daarbovenop het risico dat gezichtsherkenningssoftware sluipenderwijs genormaliseerd wordt – terwijl het dat nog zou mogen zijn.

Diezelfde verwarring krijg je ook in de reacties, met de Liga voor Mensenrechten die in dit specifieke geval geen bezwaar zegt te hebben aangezien het hier niet over massasurveillance gaat. En professor strafrecht Paul De Hert (VUB) die zich wel bezorgd toont. Ze hebben allebei gelijk. De bezorgdheid van professor De Hert is immers tegelijk ook de grens die de Liga voor Mensenrechten wil trekken. “We zien effectief dat er al maar vaker gezichtsherkenningssoftware gebruikt wordt door de politie. Nochtans is daar in ons land nog geen fatsoenlijk parlementair debat over gevoerd. En dat terwijl ook Europa bijzonder kritisch is over het gebruik ervan.”

Briefcam

Dat die bezorgdheid meer dan terecht is, blijkt ook uit de uitleg die Frank Schuermans, voorzitter van het Controleorgaan op de politionele informatie (COC) geeft. Volgens Schuermans gebruiken intussen heel wat Belgische politiekorpsen software van het van oorsprong Israëlische veiligheidsbedrijf Briefcam – die ook in Frankrijk gebruikt werd – om binnen de door hem geschetste krijtlijnen effectief aan gezichtsherkenning te doen. De politiekorpsen van Gent en Aalst bevestigen openlijk dat ze de software van Briefcam gebruiken. “Maar niet om aan gezichtsherkenning te doen”, beklemtonen beide korpsen. “Wel om camerabeelden te analyseren, bijvoorbeeld op uiterlijke kenmerken van een mogelijke verdachte”, aldus de Gentse politiewoordvoerder. “We laten Briefcam dan de uren camerabeelden automatisch screenen naar beelden van een verdachte van wie getuigen meldden dat hij een rode ‘hoodie’ aanhad. Mochten we dat zelf moeten doen, dan zijn we telkens een paar uur bezig om die beelden te bekijken.” De politie van Antwerpen wenste niet in te gaan op vragen over het eventuele gebruik van Briefcam. De politie van Leuven en Brugge zeggen geen Briefcam-software te gebruiken. De federale politie reageerde niet.

Duidelijk afgebakende krijtlijnen

Met andere woorden, de software is er maar ze wordt door geen enkele politiezone of politiedienst gebruikt. Waarbij we dus alleen maar kunnen vertrouwen op het woord van de politiezones en er maar van moeten uitgaan dat er nergens achter de schermen toch stiekem wordt mee “geëxperimenteerd”. Het klinkt toch vooral als een ongemakkelijke spreidstand waar beter vroeg dan laat een eind aan wordt gemaakt. Het zou het allemaal zoveel makkelijker maken als het voor iedereen duidelijk zou zijn dat gezichtsherkenningssoftware een no go blijft en dat het inzetten ervan voor doeleinden van massasurveillance een rode lijn zou overschrijden.

Laat het ons ook in de toekomst maar houden bij de afgebakende krijtlijnen waar Schuermans het in het artikel over heeft. “Het moet ­gebeuren binnen het duidelijke kader van een gerechtelijk ­onderzoek. Dus niet zomaar op elk moment. Het kan ook ­wanneer de databank die wordt gebruikt om een verdachte te identificeren, beperkt is tot de ­fotodatabank van de politie.” Zo is het duidelijk: elk ander gebruik is illegaal.