België heeft een Staatssecretaris voor Privacy

De regering Michel 1 lijkt dan toch niet helemaal kommer en kwel. Na het verdelen van de ministerportefeuilles bleek er plots ook een heuse Staatssecretaris voor Privacy in het lijstje van excellenties te staan. Bart Tommelein moet die bevoegdheid weliswaar combineren met Sociale Fraude en Noordzee. Maar toch. Het was geen kleine verrassing voor iedereen die met privacy begaan is. Open VLD had dat idee weliswaar al even geopperd tijdens de verkiezingscampagne. Maar met een coalitiepartner als de N-VA, die dolgraag met de spierballen rolt en zo sterk haar stempel op de regeringsvorming wist te drukken, leek dat niet
meer dan een vrome wens te blijven.

bart tommeleinHet aandringen van de liberalen heeft nu dus toch een staatssecretaris en een pagina in het regeerakkoord opgeleverd. Jammer genoeg blijft dat hoofdstukje steken in een paar algemeenheden waar zowat iedereen zich wel in zal kunnen terugvinden. Het wordt vooral afwachten wat ze in de praktijk zullen betekenen. En vooral hoe die principes toegepast zullen worden op andere hoofdstukken in het regeerakkoord, waar sterk de nadruk gelegd wordt op repressie en controle.

Veiligheid

Vooral het luik rond “Justitie en Veiligheid” is op dat gebied een zorgenkind. Zo is er de oprichting van een “Nationale Veiligheidsraad” die wel eens verdacht veel zou kunnen lijken op de “Homeland Security” waar N-VA voorzitter Bart De Wever al een paar keer voor gepleit heeft. Ook de manier waarop radicalisme en terrorisme doorheen de tekst consequent aan elkaar gekoppeld worden, baart zorgen. De vaagheid van het begrip “radicalisme” en de gelijkschakeling ervan met terrorisme zetten de deuren wijd open voor willekeur en misbruik.

Vluchtelingenwerk merkt van haar kant op dat de focus van het asielbeleid in het nieuwe regeerakkoord gelegd wordt op terugkeer, misbruikbestrijding en beveiliging van de grenzen. En nauwelijks op het beschermen van mensen op de vlucht. Vluchtelingenwerk leest in het akkoord vooral veel maatregelen die problematisch zijn voor asielzoekers en vluchtelingen. Daaronder ook het risico op schending van de privacy, aangezien de regering meer controle en uitwisseling van persoonlijke gegevens van vreemdelingen wil.

Databanken en nog veel meer

Ook op andere gebieden lijkt de Staatssecretaris voor Privacy een onmogelijke spreidstand te moeten uitoefenen. Hoe kun je aan de ene kant de privacy van een burger willen vrijwaren en aan de andere kant pleiten voor steeds meer databanken en vooral voor het verder koppelen van allerlei databanken? Jurist Raf Jespers formuleert het als volgt in De Wereld Morgen:

“Databanken van justitie, het gevangeniswezen of het OCMW worden aan elkaar gelinkt. Dat is erg problematisch. Want burgers die data afstaan voor bestuurlijke zaken, zijn zich er vaak niet van bewust dat die data kunnen gebruikt worden binnen een strafrechterlijke context. Het bestuurlijke en het strafrechtelijke lopen compleet dooreen. Dat is een belangrijke schending van de privacy.” 

Ook opmerkelijk is de expliciete vermelding van eCall, dit jaar nog terecht genomineerd voor een Big Brother Award. En dan hebben we het nog niet eens gehad over datalekken, bewakingscamera’s en ANPR. Of over onze persoonsgegevens die door winkels en bedrijven verzameld en bijgehouden worden. Laat staan over de Facebooks en de Googles van deze wereld. Heikele punten in overvloed waar de Staatssecretaris mee zal moeten kampen en waarvan we hopen dat hij de kant van de privacy zal kiezen.

Dataretentierichtlijn

Laten we eindigen met een simpele suggestie. Als privacy altijd al een issue is geweest voor de liberalen, zoals ze graag zelf beweren, dan moeten ze het nu dus ook waarmaken. Dat betekent zorgen dat het niet bij de nietszeggende woorden van het regeerakkoord blijft. Als het de Staatssecretaris voor Privacy menens is, dan maakt hij meteen werk van een grote schoonmaak. En waar zou hij dan beter kunnen beginnen dan bij de bewaarplicht van onze telecomgegevens, beter gekend als de vermaledijde dataretentierichtlijn waarover het Europees Hof van Justitie een paar maanden geleden nog een vernietigend oordeel velde. In het regeerakkoord staat een mooi rijtje principes (zie hieronder). Het zou een mooie startoefening zijn voor de Staatssecretaris voor Privacy om zijn eigen principes eens te confronteren met die bewaarplicht voor onze telecomgegevens. Controle? Transparantie? Contextualiteit? Redelijkheid??? We denken niet dat de dataretentierichtlijn zelfs maar in de nabijheid komt van die principes. Laat de Staatssecretaris daar alvast maar schoon schip maken. Zo moeilijk moet dat toch niet zijn voor een staatssecretaris die ook de Noordzee onder zijn bevoegdheid heeft.

regeerverklaring-privacy-principes