In Frankrijk loopt momenteel een nationale campagne tegen biometrie.
Biometrie betekent het vastleggen van meetbare eigenschappen van een individu, zoals vingerafdrukken, irisscan, de contouren van een hand, de stem, de manier van lopen, … Van deze eigenschappen wordt verondersteld dat ze voor ieder individu uniek zijn. Ze worden opgeslagen in databanken en gebruikt als middel om iemand te identificeren.
Biometrie wordt sedert het eind van de jaren negentig steeds algemener gebruikt door overheden en door bedrijven. Toepassingen vinden we onder meer bij paspoorten en andere identificatiedocumenten, om de toegang tot beveiligde inrichtingen en aanslaggevoelige gebouwen te controleren of om gevoelige informatie op computers te beveiligen. Er wordt zelfs gedacht aan toepassingen bij grote sportevenementen, besloten clubs en dergelijke.
Er zijn echter redenen genoeg om de grootschalige invoering van biometrie een halt toe te roepen. Veel mensen beschouwen biometrie als een aantasting van hun privacy en integriteit. Die aantasting wordt nog versterkt door de mogelijkheden die er bestaan om allerlei bestanden met persoonlijke gegevens aan elkaar te koppelen. Biometrie kadert in de steeds sterker wordende tendens om privacy en internationale rechtsverdragen te laten wijken voor de veiligheidsstaat.