Henk Donkers: Wonen in een hekwerkwijk in Zuid-Afrika

Henk Donkers: Wonen in een hekwerkwijk in Zuid-Afrika is overgenomen van de website van het tijdschrift Geografie (2004).

Ommuurde complexen beveiligd met draden waarop 9000 volt staat en hoge hekken voor de ingang. Niet om mensen binnen te houden, maar om de boze wereld buiten te sluiten. Echte ’hekwerkwijken’ kennen we in Nederland nog niet. Maar een trend in die richting is er wel te bespeuren. In de Verenigde Staten en Zuid-Afrika zijn gated communities allang gemeengoed en hun aantal neemt snel toe. Een reportage vanuit The Grenadines, een wijk in de buurt van Johannesburg.

Hans Nasch (71, geboren in Duitsland en voormalig technisch ingenieur) woont met zijn vrouw Trix Annegarn (73, geboren in Nederland en voormalig verpleegkundige) in The Grenadines, een ommuurd townhouse complex in Benoni, een mijn- en industriestad bij Johannesburg. Nasch is voorzitter van de vereniging van eigenaren van The Grenadines. Het complex van 41 geschakelde woningen is ontworpen door een Spaanse architect, wat te zien is aan het type huizen, hun kleurstelling en de palmbomen. Er wonen 38 blanke gezinnen, twee Indische en één gekleurd.

Als je bij Hans Nasch op bezoek gaat, kun je niet zomaar met de auto tot aan zijn voordeur rijden. De wijk is omheind met een muur en er is slechts één (bewaakte) ingang. Die bestaat uit twee sluizen, voor inkomend en voor uitgaand verkeer. Aan het eind van elke sluis staat een hoog hek. Tussen de sluizen staat een wachthuisje waarin 24 uur per dag een medewerker van een beveiligingsbedrijf zit – achter gespiegeld glas. Hij kan jou wel zien, maar jij kunt hem niet zien.

Als je aankomt, moet je stoppen voor het hoge hek, je naam in de microfoon spreken en aangeven bij wie je op bezoek wilt gaan. De medewerker noteert je naam, nummerbord en belt naar het adres waar je heen wilt. Is je bezoek gewenst, dan drukt de medewerker op een knop en gaat het zware, hoge hek open. Als je weggaat, krijg je van je gastheer een penning mee met daarop het huisnummer. Gooi je die in de gleuf van een kastje bij de uitgaande sluis, dan gaat het hek open en kun je The Grenadines weer uit. De inwoners van de wijk openen de hekken bij het in- en uitgaan via een afstandsbediening met persoonlijke code.

Behalve een permanent bewaakte ingang met hoge hekken heeft de wijk ook een omheining: een muur met een hekwerk erop en daarboven vijftien draden gespannen van 9000 volt. Nasch: ’Als de draden elkaar raken krijgt de indringer een enorme opdonder en gaat het alarm af bij het beveiligingsbedrijf. Binnen twee tot drie minuten is er dan een gewapende patrouille ter plekke; de beveiliging rijdt permanent met twee auto’s door onze wijk.’

Overval

Buurten als The Grenadines zijn er inmiddels duizenden in Zuid-Afrika. In en rond Johannesburg worden alle nieuwe buurten voor de midden- en hogere inkomensgroepen (voornamelijk blanken maar ook steeds meer zwarten en kleurlingen) volgens dit concept gebouwd. En bestaande wijken worden aldus heringericht.

De beveiliging gaat steeds verder. The Grenadines illustreert dat. De buurt werd gebouwd in 1984, tijdens de hoogtijdagen van de apartheid. De straten en voorzieningen in het complex zoals het gemeenschappelijke zwembad waren toen al gezamenlijk eigendom van de huizenbezitters. Destijds stond er al een lage muur om de buurt en was er slechts één ingang. Maar het elektrische hekwerk ontbrak en de ingang was niet bewaakt. Iedereen kon de wijk vrij in- en uitgaan. De huizen waren individueel beveiligd door de manier waarop ze gebouwd waren: gesloten naar de straatkant, met tralies en hoge hekwerken.

Na de afschaffing van de apartheid in 1994 is dat veranderd. Nasch: ’Sinds die tijd kunnen zwarten zich vrij bewegen en zijn er veel arme sloebers uit de voormalige thuislanden naar de steden gekomen. Velen hebben geen baan en geen inkomen. De werkloosheid is gigantisch, zo’n 40 procent. Maar ze moeten ergens van leven. De criminaliteit is daardoor snel toegenomen, terwijl de politiebewaking afnam. In onze buurt groeide het gevoel van onveiligheid – we hadden hier steeds meer inbraken en autodiefstallen. In 1994 zijn we daarom begonnen onze eigen bewaking te organiseren en huurden een beveiligingsbedrijf in. Overdag liep er één bewaker rond, ’s nachts twee. Bij de ingang hebben we toen een slagboom geplaatst met een cabine voor de bewaker. Eind jaren negentig wilden we eigenlijk al een elektrisch hekwerk aanbrengen, maar sommige bewoners waren daartegen omdat ze dan het gevoel kregen dat ze in een gevangenis woonden. Toen er ook bij hen ingebroken werd, gingen ze overstag. In 2000 is het elektrische hekwerk er gekomen.’ In 2002 werd de wijk overvallen door een gewapende bende autodieven. Nasch: ’De bewaker bij de ingang moest voorover op de grond gaan liggen en werd door één dief onder schot gehouden, terwijl de anderen op zoek gingen naar auto’s. De bewaker kon het beveiligingsbedrijf pas waarschuwen toen ze weer weg waren. Na deze overval hebben we de slagboom vervangen door een hoog ijzeren hek, een sluis waardoor je niet gemakkelijk met meer auto’s kunt ontsnappen, en een stenen bewakershuisje met gespiegeld glas.’ In het huisje zit een paneel met alarmknoppen waarmee een bewaker ongezien hulp kan inroepen en een hok waarin hij zichzelf in veiligheid kan brengen.

Afwenteling

Volgens Nasch staan The Grenadines nu bekend als een buurt waar je moeilijk binnenkomt. Overvallers hebben hun activiteiten daarom verlegd naar naburige wijken. Zoals naar het veel grotere Alphen Park, dat in tegenstelling tot The Grenadines bestaat uit losstaande huizen en openbare wegen. In eerste instantie namen de bewoners hier individuele beveiligingsmaatregelen: muren en elektrische hekken rondom hun eigen perceel plus een individueel abonnement bij een beveiligingsbedrijf. Later sloten ze een gezamenlijk contract af met één beveiligingsbedrijf. Omdat er iedere week gemiddeld drie tot vier auto’s verdwenen of pogingen daartoe ondernomen werden, besloten de bewoners de wijk af te sluiten. Overdag is er maar één bewaakte toegang tot Alphen Park; in de spits ’s morgens en ’s avonds zijn er drie open, allemaal bewaakt.

De maatregelen in Alphen Park hebben inmiddels weer geleid tot een verdere afwenteling van de criminaliteit op naburige wijken als Farrarmere en Atlasville, waar nu veel auto’s gestolen worden. Ze hebben tot op heden te weinig financiële middelen bijeen weten te brengen of zijn te slecht georganiseerd om zichzelf te beschermen zoals The Grenadines en Alphen Park. De bewoners proberen zich individueel te beveiligen. Soms met alleen een muur of hek, soms aangevuld met electric fencing en een contract met een beveiligingsbedrijf (? hour armed response’ soms inclusief ’medical response’).

Werkgelegenheid

De zelfgeorganiseerde beveiliging kost de bewoners handenvol geld. Nasch: ’In The Grenadines betalen we per maand 9000 rand (ruim 1000 euro, red.) aan het beveiligingsbedrijf. Telkens als er een patrouillewagen opgeroepen wordt, wat gelukkig zelden nodig is, komt daar 180 rand bij. Het totaalbedrag wordt omgeslagen over de 41 huishoudens.’

De beveiliging (van overwegend blanke wijken) is uitgegroeid tot een belangrijke bron van werkgelegenheid, vooral voor zwarten. Zo heeft CMS, het bedrijf waarmee veel inwoners van Farrarmere en Atlasville een contract hebben afgesloten, in zeven buurten elk permanent drie auto’s met twee man bewaking rondrijden, in drie ploegendiensten van acht uur. Dat betekent dus een baan voor 126 mensen. Anders dan in Nederland zijn de medewerkers van particuliere beveiligingsdiensten gewapend, soms zelfs zwaar. Anders kunnen ze niet optreden tegen de gewapende en goed georganiseerde bendes. Ook hebben ze arrestatiebevoegdheid. De overheid is niet in staat voldoende politiediensten te leveren en heeft er geen enkele moeite mee de gewapende beveiliging in handen te leggen van particulieren.

Waar de stadsbesturen in Johannesburg en omstreken wel mee worstelen, is dat hele wijken zo worden afgesloten. Zolang de straten en pleinen eigendom zijn van verenigingen van eigenaren zoals in The Grenadines, kunnen ze daar juridisch niets tegen doen. Maar ondertussen zijn ook de openbare wegen in zo’n 740 wijken (bijvoorbeeld Alphen Park) afgesloten, vaak zonder toestemming van de lokale overheden. Die proberen dat nu terug te draaien omdat het afsluiten van al die wegen de doorstroming van het verkeer en de toegankelijkheid van andere wijken belemmert. De overheid heeft inmiddels zo’n 90 wijken toestemming gegeven voor (gedeeltelijke) afsluiting, maar in 500 tot 600 andere buurten wil ze de illegale afsluiting terugdraaien. Die buurten voelen daar natuurlijk weinig voor en spannen processen aan. Soms vindt men tussenoplossingen. Er wordt dan bijvoorbeeld wel een hek met slagboom geplaatst en iedereen die de wijk binnenkomt of verlaat wordt geregistreerd, maar er mag niemand geweigerd worden. Gebeurt er iets in de wijk, dan weet men in ieder geval wie er op welk moment in en uitgegaan is en wie dus mogelijk verdacht is. Bovendien schrikt een slagboom potentiële criminelen af. Inmiddels duikt er een nieuw probleem op. Je kunt een wijk immers wel afsluiten voor criminelen van buiten, maar niet voor criminelen van binnen de wijk. Vooral in de grote, uitgestrekte wijken is dat een probleem. Steeds meer mensen uit de middenklasse verhuizen uit oudere gedeelten als Atlasville en Farrarmere naar nieuwe, kleinere, ’inherent veilige’ wijken als The Grenadines. Hun plaatsen worden steeds vaker ingenomen door mensen die leven van criminaliteit of onzeker werk hebben.

Kader: Geografisch fenomeen

De behoefte van mensen om zich ruimtelijk af te zonderen van anderen is van alle tijden. Dat men dit met muren doet is ook niet nieuw; zevenduizend jaar geleden gebeurde dat al in Jericho, en in de Middeleeuwen waren steden ommuurd en toegangspoorten bewaakt. Ook de vorming van enclaves kent een lange historie.

Nieuw zijn de schaal waarop en de plekken waar het gebeurt, de mensen die het betreft en de uiteenlopende vormen die het verschijnsel aanneemt.
In de jaren zeventig waren er in de VS naar schatting 2000 gated communities; momenteel zijn het er 30.000 tot 50.000, waarin zo’n 8,5 miljoen mensen wonen. Ze komen vooral voor in Californië, Arizona en Florida (de Sun Belt), waar ze begonnen zijn als retirement villages voor middle class ouderen. Blakely en Snyder onderscheiden in hun standaardwerk Fortress America: Gated Communities in the United States drie soorten: ’lifestyle communities’, ’prestige communities’ en ’security zone communities’. In alle drie gaat het om een beperkte en gecontroleerde toegang tot woongebieden waar een vergaande privatisering van de openbare ruimte en van openbare functies heeft plaatsgevonden. Kenmerkend is ook de sociale homogeniteit. De redenen om er te gaan wonen zijn wel verschillend. In lifestyle communities gaan mensen bijvoorbeeld bij elkaar wonen omdat ze van golf of naturisme houden. In prestige communities bijvoorbeeld vanwege de zeer exclusieve architectuur. Behalve in de VS en Zuid-Afrika zijn de gated communities ook sterk in opkomst in landen als Brazilië, Spanje, Portugal, Saudi-Arabië, Israël, de Filippijnen en sinds kort de Sovjet-Unie. De meeste afgesloten wijken in Zuid-Afrika behoren tot de categorie van de security zone communities, waar men zich beveiligt tegen criminaliteit. Daarbinnen zijn weer twee typen te onderscheiden.

Security villages, buurten waar de straten privébezit zijn, en enclosed neighbourhoods, waar de straten publiek bezit zijn maar wel worden afgesloten.
Gated communities roepen tal van geografisch interessante vragen op, zoals: waarom ontstaan ze? Vormen ze een reactie op de toenemende criminaliteit of de toenemende angst daarvoor? Of zijn ze een uitdrukking van meer algemene angsten, zoals die voor ingrijpende maatschappelijke veranderingen (denk aan de afschaffing van de apartheid in Zuid-Afrika), angst voor ’vreemde anderen’ (multiculturalisering, immigratie), angst voor globalisering en het verlies van (lokale) identiteit en (dorpse) kleinschaligheid? Zijn ze een gevolg van de verzwakking van de overheid waardoor public governance plaatsmaakt voor private governance? Wat zijn de gevolgen van de privatisering van de openbare ruimte en van openbare functies, en hoever kan men daarin gaan? Blijft de overheid bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het wegenonderhoud als die wegen niet voor iedereen toegankelijk zijn? Moeten bewoners van gated communities evenveel belasting betalen als ze zelf overheidstaken voor hun rekening nemen? Welke gevolgen hebben gated communities voor het sociale en ruimtelijke netwerk van een stad? Bestaat er geen gevaar van sociale uitsluiting, een nieuw soort apartheid en een vergaande fragmentering van stedelijke gebieden? Welke rol gaan particuliere beveiligingsdiensten spelen? Welke bevoegdheden krijgen ze om hun taak goed te kunnen vervullen? Mogen ze geweld gebruiken, arrestaties verrichten?

Kader: Nederland

Gated communities gericht op de veiligheid hebben we in Nederland nog niet, maar er zijn wel trends in die richting. Zo waren er in de gemeente Bloemendaal serieuze plannen om een particulier beveiligingsbureau 24 uur per dag te laten surveilleren met drie auto’s. Inwoners als Roel Pieper, die in mei 2003 door een indringer werd overvallen, vinden het politietoezicht en de beveiliging van hun eigen terrein (met hoge hekwerken en gecontroleerde toegang) ontoereikend.

Trends in de richting van lifestyle en prestige communities zijn duidelijker. Zo zijn er nieuwbouwprojecten waar lage muren of fraaie hekwerken omheen gebouwd worden (zoals het ’woondomein’ Parkwijk in Berkel en Rodenrijs) of waar een slotgracht omheen ligt, zoals de nieuwe wijk Haverley in Den Bosch. Deze Bossche wijk telt negen kastelen. Een ervan, Slot Haverley, heeft slechts één toegang die eenvoudig af te sluiten is. Daarnaast zijn er omheinde recreatieparken met exclusieve, steeds vaker permanent bewoonde bungalows, en golf resorts die naar Amerikaans model alleen voor bewoners toegankelijk zijn.

Steeds vaker is de openbaar lijkende ruimte in nieuwe buurten geen eigendom van de gemeente maar van een vereniging van eigenaren. Als de bewoners dat willen, kunnen ze deze afsluiten. Steeds meer buurten overwegen dat. Bijvoorbeeld omdat bewoners/eigenaren vinden dat buitenstaanders overlast veroorzaken.

Kader: Criminaliteit in Zuid-Afrika

Is er in Zuid-Afrika zo veel criminaliteit dat er security villages nodig zijn? De criminaliteitcijfers zijn niet erg betrouwbaar. Onderstaande gegevens van het Zuid- Afrikaanse Institute for Security Studies (ISS) moeten dus met een flinke korrel zout genomen worden. Ook directe vergelijking met Nederland is moeilijk door verschillende vraagstellingen.

Volgens een onderzoek van het ISS voelt 62,5 procent van de inwoners van Johannesburg zich ’s nachts thuis niet veilig (Pretoria: 50 procent, Kaapstad: 42,5 procent, Durban: 41,4 procent). Ter vergelijking: volgens de Nederlandse Politiemonitor Bevolking voelt een kleine 30 procent van de bevolking hier ’zich in het algemeen wel eens onveilig’ in de middelgrote steden (G21) is dat ongeveer 35 procent en in de vier grote steden (G4) ruim 40 procent. Rotterdam spant de kroon met 49 procent. Criminaliteitscijfers van vóór 1994 zijn volgens het ISS onbetrouwbaar. Dat maakt een vergelijking met de periode vóór de afschaffing van de apartheid moeilijk. Tussen 1994 en 1999 is het aantal ernstige misdrijven flink gestegen: verkrachting (+21 procent), autodiefstal (+20 procent), persoonlijke aanval (+22 procent), inbraken (+25 procent) en berovingen (+121 procent). Het aantal moorden is met 11 procent gedaald van 69,3 per 100.000 inwoners naar 55,3. In 2000 lag het nationale gemiddelde op 49 moorden per 100.000 inwoners. Grote steden als Johannesburg (105), Kaapstad, Durban en Port Elizabeth (allemaal 72) liggen daar ver boven, Pretoria (35) ligt eronder. Ter vergelijking: in Nederland werden in 2002 1,2 moorden gepleegd per 100.000 inwoners (van 12 tot 79 jaar).

Bronnen

  • Blakely, E.J. & M.G. Snyder 1999. Fortress America: Gated Communities in the United States. Brookings Institution Press, Washington.
  • Hook, D. & M. Vrdoljak 2002. Gated Communities, Heterotopia and a ‘Rights’ of Privilege: a ‘Heterotopology’ of the South African Security-Park, Geoforum 33: 195-219.
  • Landman, K. 2002. Gated Communities in South Africa: Building Bridges or Barriers? International Conference on Private Urban Governance, Mainz, June 6-9.
  • Le Goux, R. 2001. The Suburban Paradise or the Parcelling of Cities? An Analysis of Discourses, Fears and Facts about the Sprawl of Gated Communities in Southern California. www.isop.ucla.edu.
  • Lentz S. en P. Lindner, (2003) Privatisierung des öffentlichen Raumes – soziale Segragation und geschlossene Wohnviertel Moskaus, Geografische Rundschau 55, Heft 12 pp. 50-57
  • Luymes, D. 1997. The Fortification of Suburbia: Investigating the Rise of the Enclave Communities, Landscape and Urban Planning 39: 187-203.
  • Wagendorp, B. 2003. Barrières tegen de boze buitenwereld. De Volkskrant 10 september 2003.